Venezuela 2008 - Reisverslag uit Caracas, Venezuela van Wim en Jenny Pels - WaarBenJij.nu Venezuela 2008 - Reisverslag uit Caracas, Venezuela van Wim en Jenny Pels - WaarBenJij.nu

Venezuela 2008

Door: Jenny

Blijf op de hoogte en volg Wim en Jenny

20 Februari 2008 | Venezuela, Caracas

Kijk voor Foto's op onze site;

www.pels.nu

20 Feb 2008 19:49 uur
Puerto Colombia
De kop is er af.

Hallo allemaal,
Hier is dan het eerste teken van leven uit Venezuela. Zondag zijn we met een uur vertraging aangekomen op de luchthaven en meteen bleek ons mannetje van het hotel in Catia la Mar er niet te zijn. Geen probleem, want iedereen wilde meteen gaan bellen. In afwachting van zijn komst eerst maar geld pinnen, altijd makkelijk, geld..... Maar zo eenvoudig bleek dat niet te gaan, de pinautomaat kende alleen Spaans en ons Spaans blijkt zeer beperkt, elke keer als we een handeling wilde verrichten werd die afgebroken omdat we er te lang over deden, na een poging of 6 werd het ons duidelijk dat er geen geld meer in zat. Probleempje dus. Maar het mannetje van het hotel kwam ons ophalen en toen we eenmaal in het busje zaten en door een gebied reden met alleen maar bouwvallen en sloppen, waar bovendien donkere wolken boven hingen werden we daar niet echt blij van. Het hotel was goed en we konden er met onze creditcard betalen, ook in het restaurant, dus dat was een zorg minder, want het is een armoedig gevoel, zo zonder geld. We zijn naar het strand gelopen, Playa Grande, nou ook daar werden we niet vrolijk van, wat een bende zeg, allemaal héél oude Amerikaanse auto`s met groepjes mensen daaromheen, overal harde muziek, drank en eten. Kortom, we waren moe, hadden geen geld en het was bewolkt en vochtig warm en niemand die we konden verstaan. Na het eten toch lekker geslapen. Maandag scheen de zon en we vonden een bank, waar we na 2 uur met geld weer buiten stonden. Toen we terug liepen naar het hotel zag de wereld er een stuk beter uit.

· Caracas.

We hebben ons weer met het busje naar de luchthaven laten rijden en daar hebben we de bus naar Caracas genomen, even met de taxi naar busstation La Bandera gereden en toen met de volgende bus naar Maracay. We hadden Posada Sao Vicente uitgezocht en dat bleek een goede keuze. Een schone kamer en er was een mooie Haciënda (binnen tuin) met kooien met tropische vogels en een Tucan. We hebben daar een biertje gedronken en kregen gezelschap van een Canadees stelletje. Zij kwamen uit Columbia en waren hier gestrand omdat ze een week op een visum moesten wachten. Zij vonden Venezuela maar niks, erg duur en erg gevaarlijk. In Caracas waren mensen door de politie beroofd van geld en paspoorten. We nemen het voor kennisgeving aan, maar hebben geen onveilig gevoel. Wat wel een handicap is, is de taal. Het is niet mogelijk om je in een andere taal duidelijk te maken en ons Spaans (3 jaar geleden een cursus gevolgd) is erg beperkt, maar het heeft ook wel wat, je duidelijk maken met handen en voeten. Met het boekje in de hand redden we het wel.

· Puerto Colombia

Dinsdag hebben we een klein busje genomen dat ons naar Puerto Colombia zal brengen. De rit gaat door het natuurpark Henry Pittier, een bochtige smalle weg langs duizelingwekkende afgronden, door een prachtig gebergte, die begroeid zijn met nevelwouden. Heel mooi en heel indrukwekkend. We stappen uit bij de kleine haven van dit plaatsje en eten eerst iets, daarna opzoek naar een onderkomen. We gaan opzoek naar een Posada, een soort onderkomen dat je hier veel ziet, meestal is er van de straat weinig van te zien, maar als je eenmaal binnen bent sta je vaak in een mooie binnentuin die omringt wordt door kamers. Een heel leuk concept dat kontact met andere reizigers erg makkelijk maakt. Maar dit valt niet mee, meestal worden de posada's door poorten afgesloten en het schijnt in het weekend wel goed bezocht te zijn, maar nu is het uitgestorven. Uiteindelijk hebben onze keuze laten vallen op Posada Tucan, maar ook hier een gesloten poort, we bellen aan en na een tijdje komt er een metselaar naar buiten die ons op het stoepje ziet zitten. Hij haalt de eigenares en voor we het weten hebben we een droom onderkomen. Eigenlijk is het een compleet huis, waarvan wij 1 kamer hebben met woonkamer en wat vooral belangrijk is een eigen haciënda met tuinset. Prachtige planten en bloemen, wat boffen we zeg. We houden het voor vandaag voor gezien.
De volgende morgen lopen we naar Choroni een mooi plaatsje met smalle straatjes waar de huizen in pasteltinten zijn geschilderd. We hopen een paar winkels te vinden, maar helaas daar is nog minder dan in ons dorp. Wel een mooie wandeling, dus we ontbijten "thuis" en gaan daarna naar het strand, een prachtige baai met palmen, wit zand en blauw water en enorme witte golven, de zon schijnt, het is lekker warm en er staat een aangenaam windje, wie doet ons wat. We genieten van de surfers die met de golven spelen.

26 Feb 2008


Dan een paar dingen die ons tot op heden zijn opgevallen. De mensen zijn gereserveerd en spreken uitsluitend Spaans en dan niet in zinnen, maar in watervallen. Daar kunnen wij niet zoveel mee met het boekje in de hand. Maar we redden ons. De auto´s vallen langzaam uit elkaar of zijn van hoge kwaliteit, één ding hebben ze gemeen overal zitten deuken in. We hebben Euro´s gewisseld en daar blijken we meer dan 2 x zoveel voor te krijgen dan bij de bank, wie het snapt mag het zeggen, we hebben jammer genoeg maar een beperkte hoeveelheid cash meegenomen. Het vervoer met bussen is goed geregeld als je maar op de route blijft, verder heeft iedereen een taxi vergunning, dus als het rijdt, dan is het automatisch een taxi, met gele nummerplaten zijn de officiële en met de witte zijn “piraten”. De ramen zijn met zwarte folie beplakt en regelmatig schijnen mensen te worden beroofd tijdens de rit. Benzine kost hier bijna niets, 50 liter 4.000 Bolivar, dat kosten 2 biertjes ook...... Overal klinkt muziek, maar dan ook heel hard, in de bus zit een geluidsinstallatie waar menige kroeg nog een voorbeeld aan kan nemen. Op staat worden CD´s verkocht en daar staat dan een anderhalve meter hoge box bij te denderen. Verder zitten er overal vrouwtjes op straat achter een tafeltje met daarop een aantal mobieltjes en daar kun je dan bellen. Ik snap niet waarom, want iedereen loopt constant te bellen men zijn eigen telefoon.

Nu weer een verslagje van de laatste dagen, in Puerto Colombia, zijn we een dag langer gebleven, dit op aanraden van de Duitse eigenaar Martin, die zich een tijdje in de jungle had verstopt met zijn hond en nu de zaak moest waarnemen omdat zijn vrouw naar Caracas ging voor een week. Hij vond het duidelijk erg gezellig om met ons Duits te kunnen praten en we kregen zoveel tips van hem. Om te beginnen was het onverstandig om in het weekend te verplaatsen omdat alle accommodatie dan vol is. (Het is een reislustig volkje). En er was nog zoveel te zien....
Hij weet een Duitse bakker die heerlijk brood bakt en een restaurant waar we erg lekker kunnen eten, hij regelt een boot voor ons naar een leuke baai bij het plaatsje Choa. Dus s´morgens met lekkere broodjes in de boot gestapt met nog 8 mensen, dit hadden we niet willen missen, meters hoge golven, wat een spektakel. Als we bij de baai aankomen zijn we de enig die uitstappen, om 4 uur worden we als het goed is weer opgehaald. Het is een prachtige baai met de monding van een rivier die de doorgang vormt voor de vele vissersbootjes. Wij lopen naar het dorp, een flinke wandeling, maar erg mooi, door cacao plantages en nevelwoud, enorme bomen en bamboebossen, erg mooi. Het is een slaperig dorpje in de traditionele pasteltinten, het cacao museum is gesloten, maar we maken wel vriendjes, 5 jongetjes geven we een fluitje, wat een herrie. Ze weten dat we hier waren. Bij de buurtsuper drinken we een biertje en als we die op hebben gaan we met de bus terug. Het is erg gaan waaien, wat het op het strand niet zo aangenaam maakt, maar weer een biertje in afwachting van onze boot. Die is er op tijd en als we weer in Puerto Colombia aankomen is lijkt het in niets op het slaperige vissersplaatsje van een dag geleden. Wat een heksenketel! We hebben ook naaste buren gekregen, aardige mensen uit Caracas hoor, maar de tuin is niet meer van ons alleen. We eten weer bij de Duitse vrienden van Martin en zondag vertrekken we naar Tucacas. We denken de bus van 9 uur te hebben, alleen vertrekt die pas om half 11, maar dan hebben we een onvergetelijke rit, wat een chauffeur zeg, alsof ie op een skelter zit, stuurt met groot vakmanschap de bus door de bergen, toetert aan één stuk door, zwaait naar iedereen die hij kent en heeft met een jongen een geanimeerd gesprek en het gaat allemaal goed.

We komen aan in Maracay, wisselen van bus, die meteen naar Valencia vertrekt, ook hier staat de bus naar Tucacas al op ons te wachten en vroeg in de middag komen we aan en dat valt vies tegen, een nietszeggende overvolle stad en slechte dure accomodatie. We nemen een verschrikkelijke hotelkamer en door onze lakenzakken en eigen kussentjes hebben we het gevoel dat we toch nog in een schoon bed liggen. We eten wel lekker en spelen nog een spelletje rummikub op de kamer. Hier willen we niet blijven, dat is duidelijk.
· Chichirivichi
De volgende morgen vertrekken we naar Chichiriviche, wie bedenkt zo´n naam. Dit is wel een leuke vissersplaats en we vinden een prima Posada, Villa Gregoria, een vriendelijke oude Spanjaard heet ons welkom en dit voelt weer goed. Bij de pier kijken we naar de vele bootjes die voor vervoer naar de eilandjes voor de kust zorgen, maar dat doen we morgen.
Helaas het zou anders lopen, de hele nacht heb ik geen oog dicht gedaan, maag en darmen van streek, je kunt niet alles hebben....
Morgen weer een dag.



Hallo allemaal.

Even een ongebruikelijk bericht van mij aan
die genen die Onze Riet hebben gekend en lief hadden.
Van Gerard kreeg ik het bericht dat maandag Rietje is overleden, niet onverwacht, wel veel te jong. Langs deze weg wil ik iedereen die haar lief hadden condoleren met dit grote verlies. Zij was een warm en mooi mens....
Vooral mijn maatjes van Ontroerend Goed wens ik de komende tijd en vooral vrijdag tijdens de uitvaart van Rietje heel veel sterkte bij het zingen voor haar, ik ben er van overtuigd dat jullie er iets moois van zullen maken. Het spijt mij ontzettend dat ik er niet bij kan zijn, maar dat is nou eenmaal zo.

Ik hou van jullie allemaal, groetjes Jenny.

Merida.

Sinds het laatste verslag is er heel wat gebeurd, dus ik ga maar meteen van start.
Eerst Chichiriviche, daar hebben we als nog twee dagen vertoefd op twee paradijselijke eilandjes, Cayo Muerto en Cayo Sombrero die deel uitmaken van Parque Nacional Morrocoy. Cayo Muerto is de kleinste en ligt direct voor de haven, we hebben de boot gedeeld met een moeder uit Caracas en haar twee dochters. Na een kleine 10 minuten zetten we voet aan land. Het is een onbewoond eilandje, zo uit een reisfolder. Eerst hebben we het eilandje rond gelopen en het laatste stuk moest dat door het water vanwege de mangroven, toen een stil stukje strand opgezocht en onder een palmboom onze handdoek neergelegd. Dat was genieten, spierwit strand, helder blauwe zee met een heerlijke temperatuur en koraal voor de deur, dus snorkelen maar. Om 4 uur komt de boot ons weer netjes ophalen. s'Avonds maakten we kennis met een heel leuk stel uit Wenen, de jongen was Italiaan. Gezellig met een heel stel zitten borrelen en afgesproken dat we samen een boot naar Cayo Sombrero zouden nemen. Dit eiland is het grootste en ligt een stukje verderop, ook hier weer genieten met een hoofdletter, wat is het hier mooi, alleen hadden we een half uur voordat de boot ons weer op kwam halen last van zandvlooien en die zijn heel vervelend, ook de dagen erna.... De volgende dag zijn we vertrokken naar Coro, een mooi stadje met een, door UNESCO, beschermd stadscentrum. We Logeerden in Posada Tun Tun, eigendom van een stel uit Belgie. Dit keer hebben we geen eigen badkamer, maar de huiselijkheid maakt alles goed. Alle reizigers zoeken elkaar op en delen ervaringen, in de koeling liggen ijskoude biertjes en er hangt een schoolbord boven waar je je biertjes op schrijft. Helemaal goed. Alleen weer van die verhalen over overvallen, dat hebben we nog nooit zo meegemaakt en het zet je wel aan het denken. Een week voordat wij hier kwamen is een gast van Tun Tun beroofd bij de beroemde zandduinen, zomaar achter een duin getrokken en onder bedreiging van een mes geboeid en beroofd. Wij zijn toch naar Médanos de Coro (de duinen) gegaan, hebben er wel rekening mee gehouden door bij andere mensen in de buurt te blijven. Het was trouwens wel erg mooi, zo maar uit het niets van die enorme duinen. De volgende dag zijn we, nadat we onze zakken hadden ingepakt, want we nemen de nachtbus naar Merida en die vertrekt om 7 uur s’avonds, met een busje naar het begin van Camino de los Espanoles gegaan. Dat is een oud pad, aangelegd door de Spanjaarden. We lopen eerst door kleine dorpjes en al snel verandert het pad, het wordt smaller, is modderig en we banen ons een weg tussen het groen van het oerwoud, we lopen een grot in en vervolgen ons pad. Het is soms moeilijk begaanbaar vanwege de modder en de glibberige stenen. Een paar keer hebben we de angst dat we verkeerd zijn gelopen, maar dan zijn er weer de historische keien. Na het passeren van 4 witte kruisjes gaat het pad omlaag, ook weer heel moeilijk te lopen. Het is erg vochtig en warm, maar ontzettend mooi. Dalen is niet mijn sterkste kant, want als we bijna bij de eerste bebouwing zijn krijg ik weer last van mijn knie. Maar al strompelend komen we veilig in Cabure aan. We verwachtten daar eenvoudig vervoer naar Coro te vinden, maar het is zondag en dan gaat alles anders. Na een tijdje stopt er een oud busje en zijn we weer op weg en komen op tijd weer terug om ons op te frissen en de bus naar Merida te halen. Dat is ware luxe die bus, een vliegtuig kan er niet tegen op, heerlijke stoelen met verlenging voor de benen en een ruimte! Er wordt onderweg een paar keer gestopt en we ervaren deze rit als zeer comfortabel.
De volgende morgen om 8 uur komen we in Merida aan en nemen een taxi naar Posada Allemana-Suiza. De eigenaar is een aardige Zwitser, die, zo is ons verteld, kan regelen dat we aan euro's kunnen komen. Maurice maakt geld over op een rekening in Duitsland en Marcus betaalt ons die hier uit tegen de zwarte koers. Voor geld wat je opneemt bij de bank krijg je hier 300 bolivar voor 100 euro, voor 100 euro's cash krijg je hier op de zwarte markt 600 bolivar en dat scheelt een beetje, toch? In Merida willen we met de hoogste en langste kabelbaan ter wereld omhoog, maar helaas die staat de komende 3 dagen stil.

· Los LLanos


Dus wordt er geregeld dat we voor 4 dagen naar Los LLanos (een provincie) gaan. We worden om 8 uur door een jeep opgehaald en buiten de chauffeur Carlos en onze gids Tony Martin slecht 1 medereizigster, Erin een Engels meisje. Het is een lange rit naar Los LLamos, eerst door de prachtige Andes, tot zo'n 3300 meter hoog, dan komen we in een desolaat landschap dat het meeste lijkt op een Savanne, alleen met veel water. Al snel zien we overal kaaimannen langs de waterkant liggen en prachtige vogels. We vragen ons af wat ze hier te zoeken hebben. De weg wordt erg slecht en s'avonds om 7 uur komen we aan in ons kamp. Het eten staat voor ons klaar op een lange houten tafel bij het water en als we met onze zaklantaarns over het water schijnen blijkt dat we omringd zijn door honderden kaaimannen. We zien overal ogen (lichtjes). Het wordt een gezellige avond en Tony, die bioloog is en boeken schrijft, weet heel boeiend over zijn homeland te vertellen, in goed Engels. Voor het slapen nog even naar de WC, met koplamp op, want het is hier aardedonker. Doe ik de deur open, kijkt mij vanuit de pot een grote kikker aan. Ik heb hem lekker laten zitten en heb de volgende deur genomen. Om 7 uur staat het ontbijt klaar en de paarden worden gezadeld. Nou hebben Wim en ik het niet zo op paarden, maar ons is verzekerd dat het geen kwaad kan. Ik heb een lief en rustig paard, maar dat van Wim is erg nerveus. We rijden met z'n zessen, er zijn twee Franse jongens met ons mee, door de wildernis en Tony gaat als een Cowboy tekeer als hij een kudde koeien tegenkomt, wij kijken toe, bij de rivier pauzeren en gaan dan weer terug. Onderweg zien we een enorme giftige slang, dan is zo'n paard wel lekker hoog.... We rijden langs een droge rivierbedding en zijn bijna terug, als Wim ons plotseling met een noodgang voorbij dendert. Eerst dacht ik nog wat doet die nou, maar dan zie ik dat zijn voeten uit de beugels zijn en de teugels los hangen, hij heeft alleen het zadel nog vast, het paard blijkt op hol geslagen te zijn door het zien van kaaimanbotten. Het paard holt onder bomen door richting het water, met pyrana's en kaaimannen. Toen dacht Wim "ik moet er af" en zoals hij in cowboy films heeft gezien, pakte hij het paard om zijn nek en heeft zich er af laten vallen. Ik ben me werkelijk doodgeschrokken. Maar hij ging weer staan en alleen zijn knie deed zeer. Later bleek dat de binnenkanten van zijn dijbenen helemaal blauw waren van het vastklemmen om het zadel. Wel was hij zijn bril kwijt en die was niet te vinden. Terug in het kamp was de lunch klaar en konden we bijkomen van de schrik. Iedereen ging een dutje doen en Wim en ik zaten te genieten van de unieke locatie van het kamp, het is net een open dierentuin, kaaimannen, leguanen, bontgekleurde vogels en hele Capybara families, spelend en zwemmend in de rivier aan onze voeten, geweldig gewoon. Capybara's zijn bruine dieren die lijken op cavia's, maar dan op dunne hoge poten, een volwassen dier weegt zo'n 66 kg. Wim wil naar zijn bril gaan zoeken en samen verlaten wij het kamp. Volgens mij had hij z'n bril nog op toen hij mij voorbij vloog en ik ben dus op de plek gaan zoeken waar hij was gevallen, er waren sleepsporen van zijn voeten en in eerste instantie zag ik niets, maar toen ik tegen een takkebosje aanschopte rolde de bril eronderuit, wat een mazzel, de bril was alleen maar stoffig,
s'Middags gaan we met de jeep op safari, we rijden onder begeleiding van een militair door een afgesloten terrein, er zijn problemen bij de grens van Colombia en daar zitten wij vlak bij. Dan gaan we opzoek naar de Anaconda, een enorme wurgslang. Eerst vangt Tony een kleine kaaiman en die mogen we vasthouden, daarna gaan we met lange stokken gewapend opzoek naar de Anaconda, er zijn moerasgebieden en daar kan hij zich in de modder hebben verstopt. Als we wat struikgewas passeren ontstaat er grote opwinding, er zit een reuze miereneter in verstopt. Het dier wordt opgejaagd en wij maken foto's. Een unieke ervaring, want hij is erg moeilijk te vinden. Na diverse pogingen, het wordt al een beetje donker, wordt een Anaconda van ongeveer 3 meter lang gevonden en gevangen, wat een kracht heeft zo'n beest, ook wij gaan met de wurgslang om ons nek op de foto.
De volgende dag gaan we met een jeep naar de rivier en varen tussen de kaaimannen en zien ongelooflijk mooie vogels, schildpadden en leguanen, die op de boomtakken liggen te slapen. En dan gaat Tony opzoek naar een heel speciale schildpad, die alleen hier leeft. Als hij het dier denkt te zien springt hij te water, bij vergissing pakt hij onderwater een kaaiman vast, is duidelijk geschokken en komt weer in de boot. Even later springt hij weer en heeft geluk, met het beest boven zijn hoofd komt hij in de boot, zo'n raar prehistorisch beest heb ik nog nooit gezien, we varen naar de kant en bekijken de vangst, geweldig. Na het eten stappen een aantal plaatselijke bewoners in een kleine truck en rijden de savanne op, dan horen we een schot, ze hebben een stier van de kudde afgesneden en geschoten, na een tijdje komen ze met de buit in ons kamp, het dier wordt in stukken gehakt en met water afgespoeld, het gaat in koelboxen en wordt met de buren gedeeld. Dit was duidelijk een illegale slachting, want als er een auto voorbij rijdt, gaat 3 man voor het vlees staan...... De stier is van een ranch (een ranch heeft hier zo'n 30.000 koeien) 15 km hier vandaan en zal niet worden gemist, uiteindelijk liep hij wel op hun land….. Na de slachting gaan wij weer op weg in de jeep om te gaan vissen op pirana's, helaas de vangst is mager, maar mag de pret niet drukken. s'Avonds wordt er gezongen en gedanst bij gitaarspel, onder genot van de nodige rum met cocosmelk. Van de politieke toestanden merken wij niet meer dan de vele militaire controles onderweg. De rit van 8 uur terug naar Merida is saai en langdradig, het is mistig en af en toe regent het, dus van de prachtige vergezichten is dit keer weinig of niets te zien.
Moe maar vol mooie beelden in ons hoofd komen we weer “thuis” in Posada Alemana Suisa.
Dan is een warme douche een weldaad.
We nemen een dag rust en maken plannen voor het vervolg van onze reis.

· Van Merida tot Santa Fé.

We hebben een tijdje niets van ons laten horen omdat er eenvoudig geen mogelijkheid voor was. Dus even bijkletsen. Terug uit Los LLanos hebben we eerst de kabelbaan naar boven genomen, dit is werelds hoogste en langste kabelbaan(12,5 km lang ) naar de toppen van de Andes. We hadden niet veel geluk met het weer, er was nogal wat bewolking, maar omdat we de nachtbus naar Maracay wilden nemen was het dit of niets. Het was een hele ervaring, vier keer overstappen en uiteindelijk op de top zaten we boven de wolken en dat was een schitterend gezicht. Hoewel wij wat licht in het hoofd waren hadden we weinig last van de hoogte, verschillende mensen waren echt ziek om ons heen, niet zo´n verrassing als je bedenkt dat we van 1500 meter naar 4750 meter waren gegaan. Kortom een mooie ervaring. Om half 7 waren we op het busstation, waar het een drukte van belang was, een tiental van die super de luxe bussen stonden passagiers in te laden. Wij hadden prima plaatsen en zelfs ik heb kunnen slapen. Toen we in Maracay aankwamen stond er een bus voor Puerto la Cruz te wachten en de keuze was snel gemaakt, we zijn ingestapt en binnen 5 minuten waren we weer onderweg, de bedoeling was om een nacht in Maracay te blijven, maar we voelden ons prima na een goede nacht, dus de volgende 7 uur bussen kon er ook nog wel bij. In Puerta la Cruz een Posada voor één nacht gevonden en ons verbaasd over de prachtige boulevard met de vele restaurants. De volgende dag in een porpuesto gestapt, zo´n oude Amerikaanse bak die je deelt met nog 3 mensen. Bestemming Santa Fé, een vissersplaatsje met een paar mooie eilandjes voor de deur.
Met een beetje geluk vinden we een sprookje van een Posada, Le Petit Jardin, met Franse eigenaars, die erg verbaasd waren dat wij Frans spraken. Een droom van een kamer, met een zwembadje in een prachtige tuin, helemaal voor ons alleen. Meteen een leuk contact met Jean Pierre en Francoise. En een lokale visser kwam ons strikken voor een dagje varen. Dus de volgende dag had meteen al een leuke bestemming. Van 10 tot half 4 hebben we gevaren en strandjes bezocht en gesnorkeld, helemaal te gek. We hebben een stuk of 4 dolfijnen langs de boot gehad. De volgende dag zijn we weer gaan varen en toen kregen we hele scholen dolfijnen te zien. Het dorp zelf is een vissersdorp waar de hele dag erg veel vis aan de wal wordt gebracht en voor de nodige drukte zorgt. Wij zijn één van de weinige touristen en dat maakt het extra speciaal. De eerste dag op de boot is een Nederlands meisje met ons mee gegaan, ze was, toen ze tijdens de busreis naar de wc moest haar rugzak kwijt geraakt, de bus was weg.... Gelukkig had ze een klein tasje met geld en papieren bij zich, naar toch…. In onze Posada komen nieuwe gasten, een Engels stel en het klikt van twee kanten, lekker mee geborreld en ervaringen uitgewisseld. Door hen zijn we uiteindelijk hier in Ciudad Bolivar terecht gekomen, want morgen gaan we naar Angel´s Fall’s. Dat waren we niet van plan, maar de Engelsen hebben ons overtuigd. Het is een dure excursie. Drie dagen, eerst met een klein vliegtuigje van Ciudad Bolivar naar Canaima. dan met een bootje naar ons kamp waar we in hangmatten overnachten en dan te voet naar Angel Fall’s.

· Angel Fall´s

We zijn weer terug in Posada Don Carlos in Ciudad Bolivar en weer een ervaring rijker....
Toen we maandag om 7 uur vertrokken, bleek dat er nog 3 mensen met ons mee gingen, we werden met een jeep naar de luchthaven gebracht en even later zaten als haringen in een tonnetje met z´n zessen in een Cessna. Wim was helemaal in z´n nopjes, want hij kreeg de plaats van de co-piloot toegewezen. Wat een ervaring zeg, ruim een uur vlogen we over het mooie landschap met de vele meren, rivieren en de tafelbergen van de Gran Sabana. Omdat we tamelijk laag bleven was het uitzicht geweldig. Vooral het opstijgen en landen is een hele ervaring. Zo´n vliegtuigje is niet meer dan een auto met vleugels. Paul, een reus van een Engelsman had het niet meer, die was zo bang, maar we werden veilig aan de grond gezet en moesten op het kleine vliegveld wachten, al wisten we niet op wat of wie, na een klein uurtje toch maar gevraagd en wel hoor we werden lopend naar ons kamp in Canaima gebracht. Daar hoorden we dat we niet, zoals was afgesproken, in dit kamp zouden blijven, maar we vertrokken direct naar het kamp bij Angel Fall´s. Met een vrachtwagen werden we naar de rivier gebracht, waar twee lange boten, gemaakt van een uitgeholde boomstam, met een 75 PK motor, op ons lagen te wachten. Onze groep bestond inmiddels uit 28 personen, waarvan wij met 16 personen in één boot werden gezet, met alle bagage, voedsel en andere dingen. Zwaar beladen gingen we op weg. Brede rivier en alles ging vlotjes. Toen kwam de eerste stroomversnelling en daar konden we niet met z´n allen overheen, dus wij er allemaal uit en na een mooie wandeling kwamen we op een strandje, waar we konden zwemmen en waar de boot ook verscheen, de lunch werd gebruikt en we konden weer verder. Het water in de rivier was aan het zakken en we denken dat we daarom eerst met de boot stroom op waards zijn gegaan. We maakten nog een stop bij een kleine nederzetting en daarna werd het spannend, de ene stroomversnelling na de andere en met een groot verval. Als snel bleek dat we te zwaar beladen waren en af en toe was er bij onze bemanning lichte paniek als de boot halverwege een stroomversnelling niet vooruit maar achteruit dreigde te gaan. Touwen werden dan om bomen geslagen en al snel moesten alle mannen overboord, om te duwen. Dat was soms wel spannend, maar we hadden een groep Spanjaarden aan boord die wel van wanten wisten, dus steeds kwamen we met de schrik vrij, geweldig!!!! Na zo´n zeven uur varen kwamen we bij ons kamp aan, waar we een mooi uitzicht hadden op de waterval, niet erg breed, maar wel erg hoog. Ons onderkomen was een groot afdak, waaronder een lange tafel stond en waar we onze hangmatten moesten ophangen, we kregen een doek als deken en dat was het. Er was een hok met WC´s maar daar wilde je niet heen, het bos biedt dan uitkomst. Kippen werden op stokken gespiest, er werd een vuur gemaakt en na een tijdje kregen we rijst, salade en heerlijk gegrilde kip. We gierden van de honger, dus dan is alles al gauw erg lekker. De groep bestond inmiddels weer uit 28 personen. In het groepje uit onze posada was een Zwitserse die vloeiend Spaans sprak en dat bleek erg makkelijk, want de beloofde tweetalige gids wist niet meer in het Engels te zeggen dan goedemorgen en hoe gaat het. Verder kregen we geen enkele informatie, dat gaf soms wat irritatie. De verlichting ging om half 9 uit, dus tandjes poetsen en in ons hangmatje gekropen, we waren best moe na deze dag, maar slapen in een hangmat is toch effe wennen. Bovendien bleek het s´nacht erg af te koelen. En ja hoor, Jenny moest al snel plassen. Geen pretje in het donker, met alleen een kaarsje in het vieze toilet, maar het bos in, in het midden van de nacht...... niet dus.
Al vroeg opgestaan, na een bijna slapeloze nacht, ontbeten en toen de klim gemaakt naar de waterval. De hoogte van Angel Fall´s is 979 meter. Eerst over de keien door de rivier en toen door het oerwoud omhoog, een flinke klim, maar wel erg mooi. Het uitzicht op de waterval was erg mooi, jammer dat de top schuilging in de wolken, maar dat mocht de pret niet drukken. Er was een oud stel met de andere boot meegekomen en die wilden ook naar boven, eigenlijk kon dat niet, maar ze deden het toch en... omhoog mag je, maar omlaag moet je. Niemand van de organisatie heeft zich om die mensen bekommerd, ze waren met een jonger stel (vijftigers) naar boven gegaan en toen wij de lunch al op hadden en de rugzakken gepakt waren, kwamen zij pas beneden. Ze hebben gegeten en toen zijn we aan onze terugtocht begonnen. Deze keer hoefden de mannen de boot niet uit, want met de stroom mee konden we bijna alle stroomversnellingen nemen, twee keer moesten we de boot uit en over de keien naar de andere kant van de stroomversnelling. Ook deze keer was het een lange tocht, we deden er een uur of 5 over, weer erg mooi, maar na een tijdje doen die houten bankjes een beetje zeer aan de billen. Weer in het kamp aangekomen bleek er voor de meeste mensen geen kamer te zijn, groot tumult, alleen wij hadden mazzel, Wim wilde naar de WC en die was er alleen in de kamers, hij kreeg de sleutel en hem werd gezegd dat dát meteen onze kamer was. Toen hij terug kwam was inmiddels bekend dat er te kort kamers waren en heeft hij de sleutel snel in zijn zak gestopt. Uiteindelijk heeft iedereen een bed gekregen, maar de koppels werden van elkaar gescheiden, mannen bij mannen en vrouwen bij vrouwen. Heerlijk geslapen en de volgende dag weer in een boot, nu naar een paar schitterende watervallen. We zijn er onderlangs gevaren, aan land gegaan en naar de eerste waterval gelopen. Toen over de rotsen naar de andere kan gelopen, waar ook weer prachtige watervallen waren. Weer achter de waterval langs gelopen en drijfnat geworden. Toen zijn we op een strandje terecht gekomen, waar we konden zwemmen, weer terug naar de eerste waterval, ook weer achter het watergordijn langs en toen terug naar de boot en naar ons kamp. Het einde van een prachtige trip.
Dezelfde Cessna stond al voor ons klaar en nu hadden we wat turbulentie, maar wel geweldig zo´n klein vliegtuigje hoor.
Al met al hebben we enorm genoten van deze drie dagen. De groep was reuze gezellig, er is veel gelachen om de slechte organisatie, maar de natuur maakte alles goed. Zeker een aanrader. En wij waren er in de droge tijd. Weer terug in onze Posada hebben we geprobeerd een onderkomen te vinden bij wat grotten die we wilden bezoeken in Caripe, maar de week voor Pasen is het hier groot feest en alles is volgeboekt, we blijven nog een nachtje langer en vrijdag gaan we weer terug naar Santa Fé, waar we een kamer hebben kunnen reserveren, na zondag is hier alles weer normaal en dan zien we weer verder.


· Via Santa Fé naar Puerto Colombia

Inmiddels zitten we weer in Puerto Colombia. Maar dat ging niet zonder slag of stoot, we zijn dus een dag langer in Ciudad Bolivar gebleven, omdat we geen onderdak konden vinden vanwege Samana Santa. Nou was dat geen straf, want we hadden een prachtige Posada (Don Carlos) met veel leuke gasten. Het gebouw was erg mooi, in Coloniale stijl, met hoge kamers en antieke meubels, een binnentuin waar allerlei zitjes waren en dat maakt het maken van contact wel erg makkelijk. Ciudad Bolivar is ook een mooie stad, tenminste het historische centrum. Door de feestweek voor Pasen, was het erg druk, vooral bij de kerk erg gezellig, langs de oever van de Orinoco River werd in een enorm openlucht theater het Paas Spel gespeeld, erg indrukwekkend. Goede Vrijdag zijn we vertrokken naar Santa Fé, het busstation was verlaten, net als de rest van de stad. Gelukkig vonden we een porpuesto, een taxi die je deelt, naar Puerto La Cruz en zonder problemen kwamen we (in de file) met de bus in Santa Fé aan. Dit hadden we niet voor mogelijk gehouden, wat een mensenmassa. Gelukkig wisten we de weg.... Het strand lag bomvol met mensen, liggen was eigenlijk niet mogelijk. Was dit dezelfde plaats die we een week geleden verlieten? We werden weer hartelijk ontvangen in Posada Le Petit Jardin en gingen bij ons kleine restaurantje op het strand een biertje drinken. We keken ons ogen uit. Nou is het kennelijk de gewoonte om eten en vooral drinken in enorme koelboxen op wielen mee te nemen naar het strand, dus er was gewoon een tafeltje vrij voor ons. Dan gebeurt er ineens iets vreemds. Rechts van ons heerst de normale gezellige stranddrukte, maar links breekt er paniek uit. Iedereen begint onze kant op te rennen en zoeken beschutting, ook in ons restaurantje (een grote garagebox). In een reflex sta ik met m´n tas, slippers en biertje in de hand om ook te vluchten, maar waar voor en waar heen... Eerst dachten we alle twee aan de tsunami of aan haaien, maar er was aan de zee niks te zien. In mijn beste Spaans vraag ik aan mensen wat er aan de hand is en er bleek een schietpartij te zijn op het strand. Even later wordt een hevig bloedende jongen door twee mannen weg gedragen. Het is zo bizar, links is het strand leeg en rechts is er niets aan de hand. Later hoorden we het verhaal achter deze schietpartij. Ruzie tussen twee families, één van de mannen van de ene familie werd gezocht en niet gevonden, toen hebben ze een 15 jarig neefje doodgeschoten. Te gek voor woorden, toch?!
De volgende dag was het al een stuk rustiger en zondag was weer helemaal normaal. Na een paar heerlijke strand dagen zijn we dinsdag naar Maracay vertrokken, dat was een lange reisdag, 8 uur vertrokken en om 7.30 uur waren we er eindelijk. Onderweg wel erg veel plezier gehad met een groepje jongelui die op weg waren naar Valencia. Toen onze bus problemen had met één van de wielen en wij niet direct door hadden wat de bedoeling was, werden we door dit ploegje me genomen in de volgende bus. Dikke pret en we moesten met ze op de foto. Vandaag, woensdag zijn we weer in Puerto Colombia aangekomen, zo gaan we langzaam richting luchthaven. Hier blijven we tot zaterdag.
We nemen de bus naar Maracay, dus weer die mooie rit door de bergen en dan naar La Victoria, waar we met een klein busje weer de bergen in gaan. Weer een prachtige rit. Dan zien we de eerste bebouwing van Colonia Tovar. Het is een vreemd gezicht, Duitse vakwerkhuizen! Het blijkt een probleem te zijn om passend onderdak te vinden, we lopen de steile straatjes op en af, maar zonder succes. Dan nemen we een 6 persoons Cabana, een compleet huis met keuken en woonkamer, badkamer en 3 slaapkamers, wel wat groot voor ons, maar er is geen keus. In het weekend komen veel mensen uit de omgeving logeren. Voor de eerste Wereldoorlog is er een groep Duitsers naar Venezuela gehaald om de landbouw te ontwikkelen. Deze gemeenschap heeft lange tijd geïsoleerd geleefd, waardoor de cultuur gehandhaafd bleef. We eten in een restaurant dat zo in Beieren kon staan, de dames lopen in traditionele lange jurken. We eten aardbeienpunten bij de koffie, heerlijk. Bij de Kerk staan allemaal kleine kraampjes waar de mooiste groenten en fruit, vooral aardbeien, te koop zijn.
Bierkelders en houten uithangborden, bizar gewoon, hier in Venezuela.
We hebben er wel lekker gegeten en het was een leuke tussenstop.
De volgende morgen wisselen we bij een eigenaar van een restaurant nog wat euro’s en nemen een taxi naar de luchthaven. Deze rit duurt 2 uur, we rijden soms door de wolken en motregen, we zitten ook weer tamelijk hoog.
Op de luchthaven worden onze rugzakken open gemaakt en besnuffeld, maar zonder problemen komen we door de controles heen. Na een tussenlanding in Rome komen we netjes op tijd aan in Nederland, waar we worden opgehaald door Pascal en Luuk.

We kunnen terug zien op een fantastische reis, Venezuela is een prachtig land met heel veel verschillende soorten natuurschoon. In één woord betoverend.
De bevolking komt in eerste instantie erg stug over, maar als je groet of de weg vraagt, blijken ze erg vriendelijk te zijn.
De Spaanse taal was voor ons een probleem, dat door handen en voeten was op te lossen. Maar het is een aanrader om je eerst de Spaanse taal eigen te maken. De cursus van een paar jaar geleden was voor ons echt tekort. Bijna niemand spreekt een andere taal.
Dan de criminaliteit. Nog nooit zijn wij tijdens onze reizen zo vaak geconfronteerd met mensen die beroofd of bedreigd werden. Zelfs de politie in Caracas doet vrolijk mee aan berovingen of heeft handlangers. Ook berovingen in taxi’s komen voor.
Vaak werden we gewaarschuwd om bepaalde plaatsen te mijden. Dus is voorzichtigheid geen overbodige luxe.
Dan het geld, contante Euro’s zijn 2 maal zoveel waard op de zwarte markt. De meeste posada’s bieden aan om te wisselen, dus het hoeft niet stiekem op straat, met alle risico’s van dien. Wij hadden weinig contanten bij ons, maar konden bij twee posada’s geld op een Europese bankrekening over laten schrijven, zo kregen wij een goede koers voor ons geld.
Dus; ga je naar Venezuela, bereid je goed voor en geniet van je reis.


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Venezuela, Caracas

reisverslagen v.a. 2001

Recente Reisverslagen:

27 December 2010

alle reisverslagen v.a. 2001

27 December 2010

Borneo 2006

27 December 2010

Mexico, Guathemala, Belize 2004 / 05

27 December 2010

Nepal 2001

27 December 2010

Zuid India 2007
Wim en Jenny

Wij zijn Wim en Jenny Pels. In 2001 maakten we onze eerste verre reis naar Nepal, een onvergetelijke ervaring! Sindsdien beginnen we ieder nieuw jaar met een verre reis. Zoeken op internet een ticket, kopen een Lonely Planet van ons reisdoel en gebruikmakend van het openbaarvervoer ter plekke, reizen we met onze rugzak door het gekozen land. Een mooie manier van reizen, die onze "reisrugzak" inmiddels heeft gevuld met mooie ervaringen.

Actief sinds 08 Dec. 2009
Verslag gelezen: 406
Totaal aantal bezoekers 250870

Voorgaande reizen:

20 Januari 2020 - 03 Maart 2020

2020 Laos en Cambodja

25 Januari 2018 - 05 Maart 2018

2018 Cuba

07 December 2016 - 07 December 2016

2017 Colombia

02 Februari 2016 - 17 Maart 2016

Myanmar en Thailand 2016

30 December 2014 - 12 Februari 2015

Laos en Thailand 2015

05 Januari 2014 - 14 Februari 2014

Panama, Costa Rica en Nicaragua 2014

10 Maart 2013 - 19 April 2013

Vietnam 2013

09 Maart 2012 - 07 April 2012

Nepal 11 jaar later.....

10 Januari 2011 - 22 Februari 2011

Java en Sulawesi

17 Maart 2001 - 15 Mei 2010

reisverslagen v.a. 2001

29 Maart 2010 - 12 Mei 2010

Bali en de Sunda eilanden

Landen bezocht: