Borneo 2006 - Reisverslag uit Kuala Lumpur, Maleisië van Wim en Jenny Pels - WaarBenJij.nu Borneo 2006 - Reisverslag uit Kuala Lumpur, Maleisië van Wim en Jenny Pels - WaarBenJij.nu

Borneo 2006

Door: Jenny

Blijf op de hoogte en volg Wim en Jenny

27 December 2010 | Maleisië, Kuala Lumpur

Bekijk de foto’s van deze reis op;

www.pels.nu

Zondag 1 januari zijn we om 7.45 uur van huis gegaan en na een voorspoedige vlucht via Singapore 22 uur later in ons hotel te Brunei aan gekomen. Bandar Seri Begawan is een moderne stad waar niet zoveel te beleven valt, we hebben de mooie Omar Ali Saifuddien Mosque gezien en Kampung Ayer, (paalwoningen), op een bankje hebben we naar de af en aan varende snelle bootjes zitten kijken die met locals en toeristen rond voeren. Toen ging het licht een beetje bij ons uit, een korte nieuwjaarsnacht en een slapeloze vlucht eisen dan toch hun tol.We wilden hier niet veel meer tijd doorbrengen omdat we weer terug komen voor de retourvlucht. Maandagmorgen al vroeg uit de veren om de boot naar Palau Labuan te nemen. Het is niet mogelijk om over de weg Sabah in te komen. Het eerste probleem is een taxi, die komt om half negen aan met als gevolg dat de boot van 9 uur al is vertrokken en de volgende gaat 4 uur later. Effe balen dus, we gaan rustig zitten in een bushokje en nemen de volgende stappen van onze reis door. Wat op valt is de vriendelijkheid van de mensen en het wachten valt reuze mee, afleiding genoeg.Met de snelle boot varen we in een klein uur naar het eiland, daar aangekomen hebben we al snel een slaapplaats in hotel Labuan en onderzoeken de mogelijkheden om naar Menumbok over te steken. We genieten van het straatbeeld met de vele eetkraampjes op straat en laten ons koude biertje lekker smaken, want die glijdt er zomaar in bij deze temperatuur (graadje of 32). Vandaag zijn we met een klein bootje overgevaren en ook hier weer heerlijk zitten babbelen met de medepassagiers. In Menumbok aangekomen worden we door een meisje naar het minibusje gebracht dat ons naar Beaufort brengt. Van daaruit willen we met een treintje door de Padas kloof naar Tenom.Het is een mooie rit, zolang onze chauffeur niet hoeft te remmen, want dat geeft direct problemen, hij moet zijn hele truckendoos opentrekken om het wrak op de weg te houden. We worden zonder brokken voor het station afgezet en daar blijkt dat er per dag twee treinen gaan, s'morgens om 10.00 uur en s'middags om 16.30 uur en omdat dat ons te laat is blijven we hier voor een nachtje.

· Van Beaufort naar Kota Kinabalu
We zijn dus in Beaufort naar het stationnetje gegaan om de trein naar Tenom te nemen, daar aangekomen een kaartje gekocht en op het perron gaan zitten wachten op de dingen die komen gaan, met ons zitten er dan al een heel stel vrouwtjes met mandjes vol eten en drinken. Overal breed grijnzende mensen en iedereen die twee woorden Engels spreekt wil weten wat we hier komen doen en waar we heen gaan, erg gezellig dus. Met een hoop getoeter rijdt het locomotiefje met daarachter een stuk of 4 houten wagonnetjes het station binnen. Vervolgens worden die afgekoppeld en aan de andere kant weer aangekoppeld, een heen en weer treintje dus.
Er rijdt ook een groepje toeristen mee die gaan raften, maar wij zitten met locals in een coupé. Het treintje zet zich zuchtend in beweging en na een tijdje zijn onze nieren de weg al kwijt, we rammelen volledig door elkaar. Maar wel leuk, de stationnetjes waar we stoppen zijn niet meer dan een golfplaten afdakje langs de rails. We volgen de rivier die door een kloof stroomt, overal jungle en soms wat hutjes. De rivier heeft de kleur van Bailey's en volgens mij is het ook zo dik. Af en toe gaat het zo te keer in onze trein dat we vrezen uit de rails te lopen, maar het gaat steeds net goed en we worden goed voorzien van eten en drinken door de vrouwtjes. Na zo'n twee en half uur zijn we in Tenom, waar we besluiten met een mini busje door te gaan naar Tenangau, waar een week markt moet zijn op donderdag, die de moeite waard is. Toen we daar aankwamen begon het te regenen, nou ja regenen, het kwam met bakken uit de lucht, toen het ergste over leek te zijn hebben we de sprint naar de overkant gewaagd, om een hapje te eten, als verzopen katten bereikten we het restaurant. De markt was weggespoeld en we dubben even of we door zullen gaan naar Kota Kinabalu, dat is weer een rit van 2 uur en omdat dat een mooie rit moet zijn besluiten we om die voor morgen te bewaren, we zoeken een hotel en verkennen de stad. Nadat het is gestopt met regenen worden de kraampjes weer opgebouwd en zien we toch nog iets van de plaatselijke koopwaar, opvallend is de verkoop van tabak, dat ligt daar op hopen en werd per ons verkocht, verder alle soorten groenten, fruit en maaltijden. Een kleurig geheel, al regent het nog steeds. Voor de volgende morgen kopen we alvast kaartjes voor de bus en gaan een supermarkt in, waar net iemand met een dode rat aan de staart naar buiten komt lopen, hoef je hier niet van op te kijken. Na een goede nachtrust gaan we vrijdagmorgen met de bus naar KK, een prachtige rit, we zitten voor in de bus en hebben dus een prachtig uitzicht, we rijden door een ruig berglandschap, dat bedekt is met regenwoud, genieten dus. In Kota Kinabalu aangekomen vinden we zonder problemen een mooie kamer en we gaan de stad in, krijgen bij de toeristen informatie wat tips over de omgeving en we halen informatie op over het beklimmen van de Mount Kinabalu, verder is de stad niet spraakmakend, overal kun je eten en er liggen 5 eilandjes voor de kust die het bezoeken waard zijn. We gaan plannen maken en eten vis (die te duur werd betaald) en omdat het weer niet optimaal is vragen we ons af of we de Mount Kinabalu uit moeten stellen, want we willen wel graag een helder uitzicht als we boven zijn.

· van Kota Kina tot Sepilok

Zoals gezegd is Kota Kinabalu geen spraakmakende stad maar het heeft wel mogelijkheden om je in de omgeving te vermaken. We zijn zondag naar Kota Belud gegaan. Om 7 uur de bus gepakt en op 8 uur waren we op de plaats van bestemming, de zondagmarkt en een hele bijzondere. We hebben onze ogen uitgekeken, wat een heksenketel, uit de wijde omgeving komen de mensen om daar hun waar te verkopen en niet aan toeristen, want ook hier zijn die schaars. We zijn nog niet op de markt aangekomen of het stort weer van de lucht, onder één van de gespannen zeiltjes schuilen we en kijken "mensen", een geweldig tijdverdrijf. Veel van de mensen zijn traditioneel gekleed en trekken zich niet veel aan van de bui. We baggeren wat rond tussen de vis, groenten, kleding en tabak.. En al het andere wat je maar kunt bedenken.
Als we uitgekeken zijn eten we wat en gaan terug naar KK. Daar kopen we een ticket naar Sandakan voor morgenochtend. Als we de volgende dag op het busstation aankomen staat onze bus er niet, maar wel dozen met kippen en andere rommel die mee moet, dus we wachten af en een half uurtje later dan gepland stappen we in, we stoppen halverwege voor de lunch en we zien dat het linker voorwiel behoorlijk rookt, nou reden we door een ruig berglandschap langs Mount Kinabalu, maar dit ziet er niet goed uit. We worden na de lunch dan ook in een andere bus gezet. Hierin komt een zwemdiploma goed van pas, want hij lekt aan alle kanten, we vinden een droog plekkie en gaan weer verder. Tijdens het eten zijn we aan de praat geraakt met Ben, een Australische jongen. Hij gaat niet verder dan Sepilok, daar wilden wij ook heen vanuit Sandakan. Dit lijkt een betere optie, dus ook wij stappen daar uit en het blijkt een schot in de roos. We vinden een slaapplaats in Sepilok B&B, een droom locatie. Op een waranda staan een aantal heerlijke zitjes en rondom zitten we in het groen. We gaan de volgende morgen naar het Orang utan Rehabilitation Centre. Daar wachten we op het voeren van de opgevangen apen, die weer klaar gestoomd worden om zelfstandig in de jungle te kunnen overleven. Langs gespannen staalkabels komen ze uit het niets tevoorschijn als de bananen en de melk op het platvorm worden gelegd. Een imponerend schouwspel. Wat een leuke dieren.
Als we uitgekeken zijn gaan we op een heen en weertje naar Sandakan en doen daar wat inkopen, daarna gaan we nog een keer terug, kijken nog een keer naar de apen en lopen een stukje door de jungle. Wat een gebagger zeg, tot de enkels door de prut, ja natte periode hè! We zien weinig dieren, alleen een slang en bloedzuigers! Bekaf, maar voldaan terug naar onze kamer. Er is een BBQ geregeld en we eten weer lekker. Vandaag worden we om 12 uur opgehaald om een jungle safari te doen met Uncle Tan. Moet heel heftig zijn, de rivier op en 3 dagen en twee nachten de jungle in. En dat onder zeer basic omstandigheden. We hebben er weer zin in.

· Jungle safari Kinabatangan River
We zijn voor de jungle safari in Sepilok opgehaald door een busje dat ons naar een kantoortje van Uncle Tan bracht. Daar stond de lunch voor ons klaar en daarna zijn we met ons groepje, dat bestond uit 7 personen, 2 Zweden, 2 Italianen, Ben en wij, naar de rivier Kinabatangan gereden. Daar in een bootje gestapt en na een uur varen stapten we uit op ons jungle resort. Mooie naam voor de collectie gebouwtjes dat ons onderkomen was voor de komende dagen. Een centraal gebouw, waar de keuken is en waar we met elkaar kunnen eten en zo. Het gebouw staat op palen en doordat het water erg hoog staat vreest men voor het wegspoelen daarvan, dus zijn ze bezig met het bevestigen van plastic tonnen die het in dat geval drijvend moet houden. Lekker vooruitzicht…..... Verder zijn er een stuk of 10 hutjes, lees kippenhokken, op palen met een trapje ervoor, 3 houten wanden en een voorkant met kippengaas, tegen de apen. Binnen liggen 3 matrassen met een klamboe er boven. Wij delen de hut met Lisa en Widell uit Zweden. Tussen de hutten en het centrale gebouw loopt een plankier met een afslag het bos in naar de "toiletten".
Alle jongens die het resort runnen komen zich voorstellen en het is gelijk erg gezellig. We gaan met de boot de jungle in en varen langs en over de Oxbow meren, bizar mooi, we zien Macaques (apen), Proboscis (neusapen) en zelfs een paar Oran utans, prachtig. We eten en een andere groep is inmiddels ook teruggekomen van een tocht, daar zien we oude bekenden uit Sepilok. Na het eten stappen we weer in de boot voor een nacht safari, dit is helemaal bizar, in het donker benaderen we de mooiste vogels tot op 10cm en die blijven gewoon zitten! Als we terug zijn zitten we nog gezellig na, om 12 uur gaat de generator uit en is het stik donker. Daar lig je dan in je hut met al die vreemde geluiden om je heen, wat een belevenis. We slapen prima, alleen word ik om 4 uur wakker en moet naar de wc, maar Jenny gaat echt niet in het donker dat bos in, ff ophouden dus... Om 6 uur worden we gewekt en we trekken er weer met een boot opuit, weer hebben we geluk met het zien van apen, de neusapen zien we zelfs van heel dicht bij. Na de lunch gaan we te voet de jungle in, lange broek in de sokken gestopt tegen kruipsels en rubber laarzen aan. Het heeft vannacht weer flink geregend en het water is weer gestegen, de plankieren staan nu onderwater. We doorwaden stukken onder water gelopen jungle en ploegen door de bagger. Soms lopen we tot ons middel door het water, lekker handig die laarzen dus. We zien geen groot wild, maar wel veel enge kruipsels, kikkers en een paar vleesmuisjes die zich in een blad hebben verstopt. We lachen ons slap om Matheo, de Italiaan, wat een komiek! Na 2 uur lopen komen we bekaf terug, genieten van de brutale apen die ons kamp onveilig maken en kijken of er wat te pikken valt, We eten en gaan weer met de boot weg, het blijft bijzonder, als laatste gaan we voor een nachtwandeling naar een droog gelegen gebied, waar we een grote zwarte scorpioen zien. Zelfs onze gids schrok ervan, wat een jongen zeg. Moe maar voldaan ons bedje weer in en lekker geslapen tot een uur of 4, ik moet weer, maar durf nog steeds niet en besluit even op ons trappetje te gaan zitten, loop op blote voeten in het stikke donker naar buiten en wordt meteen aan alle kanten in m'n voeten gestoken, het doet erg zeer en ik kan niet zien wat het is, dus in paniek op zoek naar een zaklamp, die binnen ligt en wat blijkt, ik ben midden in een familie rode mieren gaan staan en dat vonden ze niet leuk, ik ook niet....
Om 6 uur nog een boottocht en dan zit onze jungle ervaring er op, om nooit te vergeten.

· Mount Kinabalu

Inmiddels zijn we in Ranau aangekomen, een stadje zo'n 30 min. van Kinabalu Park Headquarters. Dit was onze uitvalbasis om de berg te beklimmen. Ranau is een stadje dat ons heel goed bevalt, we hebben een lekker hotelletje gevonden, er is een overdekte markt met lokele waar, veel restaurantjes en een ongelofelijk vriendelijke bevolking. Als enige touristen zijn we een welkome afleiding in het straatbeeld, we worden door iedereen gegroet en uit auto's zwaaien ze naar ons, effe wennen, maar wel leuk. Als we voor de tweede keer op hetzelfde terrasje gaan eten, wordt er een fototoestel te voorschijn gehaald en wil het voltallige personeel met ons op de foto. Hier vandaan gaan we naar Kinabalu Park en regelen de permit en slaapgelegenheid voor de volgende dag. Maandag 16 jan. is het dan zo ver, we komen bij Headquarter aan, krijgen een kaartje om ons nek en onze gids, Jef, wordt aan ons voorgesteld. Voor het kantoortje wordt de vracht, die een man naar boven gaat sjouwen, gewogen; 47 kilo maar liefst! Met een auto worden we naar Timpohon Gate gereden, weer papieren invullen en dan kunnen we gaan lopen. We treffen het want het is heerlijk weer, de zon schijnt en vol goede moed gaan we op pad. Het is een hele klim, daar hadden we ons ook wel op voorbereid, we stijgen gemiddeld 30%. Het pad is in eerste instantie goed begaanbaar, na een kleine kilometer is er een shelter, daar rusten we wat voor we verder gaan, het pad wordt ruiger en vooral de grote stappen omhoog zorgen ervoor dat de verzuring toeslaat, maar het is een prachtige tocht. We ontmoeten bij de shelters leuke mensen uit alle delen van de wereld en ook zij hebben het moeilijk. We beginnen nu ook mensen tegen te komen die van boven komen en die hebben het ook zwaar, dat belooft dus wat. De natuur is overdadig en mooi, we zien verschillende soorten bloemen, waaronder de Pitcherplant, een vleesetende bloem, erg mooi. Om half 5 komen we aan bij Laban Rata Hut, een hotel met restaurant. Onze hut ligt nog iets hoger en we brengen onze tas er heen om daarna hier te eten. Onze hut, Panar Laban Hut ligt op 3314.3 meter hoog en is niet meer dan een met golfplaten bekleed hutje met daarin 2 stapelbedden, een aangebouwd keukentje en buiten een hokje met een wc en koude douche. We hebben de hut voor ons alleen en als we onze spullen een plaatsje hebben gegeven dalen we weer af om te eten en van het fantastische uitzicht te genieten vanaf het balkon voor het restaurant, het is net of we in een vliegtuig zitten, we kijken op de wolken waar wat bergtoppen door steken. Om 8 uur gaan we naar bed. We slapen niet, zou dat door de hoogte komen? Om 2.30 uur staat Jef voor onze deur, we gaan naar de top..... Het is stik donker en erg koud. De mensen die ook naar de top gaan hebben zich verzameld en vol goede moed gaan we de uitdaging aan. Dat het zwaar zou worden, dat realiseerden we ons wel, maar zo zwaar.... De route die we gaan is eerst nog tussen de begroeiing, maar al gauw klauteren we over de kale granieten rotsen. De route wordt gemarkeerd door een wit touw en dat ligt daar niet voor niks, het is soms zo steil, dat het touw uitkomst biedt, zonder dat zouden we echt niet omhoog komen. Het is afzien, er staat een straffe ijskoude wind, die soms tot een ware storm aanwakkert en we moeite hebben om ons staande te houden. Tegen 6 uur bereiken we de top en zien heel even de zon's opkomst, die indrukwekkend is, maar we houden het snel voor gezien en zakken een stukje af, waar we achter een rotsblok beschutting vinden tegen de wind en daar zit onze gids ook met 2 vriendjes. We hebben 2 dekens mee genomen en daar wikkelen we ons in en zien hoe het licht de kleur van de rotsen om ons heen veranderd, prachtig. Dan gaan we weer naar beneden en we snappen niet dat we deze weg als eens hebben beklommen, onvoorstelbaar, soms moeten we gewoon abseilen langs het touw. Om ons heen heeft de berg een spookachtige uitstraling, grijzig wit door het ijs. Zonder brokken en onder de indruk komen we weer bij onze hut aan, pakken de tas in en gaan voor het ontbijt naar het restaurant. Daar vinden we Jef weer en om 10 uur beginnen we met de afdaling. Met de nachtelijke beklimming nog in de benen valt de afdaling ons erg zwaar, alles begint zeer te doen, vooral de knieën, het weer is minder mooi, het regent licht en we leveren een gevecht met ons zelf. Als we om half 5 beneden zijn, hebben we er een tocht van 13 uur opzitten, we zijn kapot. Maar weer een ervaring rijker die we niet zullen vergeten. We nemen afscheid van Jef en stappen in de auto die hij voor ons heeft geregeld, voor ons hotel stappen we uit en nemen de laatste hindernis, de trap....

· Van Ranau tot Miri

Na onze beklimming zijn we als twee oude kranten naar KK (Kota Kinabalu) vertrokken, gewoon door langs de kant van de weg te gaan zitten en te wachten op vervoer, verschillende keren stoppen er mensen die ons wel naar het Park Kinabalu willen brengen, maar wij gaan een stukje verder. Al snel stopt de bus die we nodig hebben en na een rit van 3 uur zijn we weer terug in KK, waar we een kamer vinden in Pantai Inn en vervolgens gaan we opzoek naar het kantoor van Singapore Airlines, omdat we de terug ticket willen veranderen. Helaas, geen kantoor meer, dus dat moet wachten. We willen een van de eilandjes voor KK bezoeken, maar accomodatie is schaars en erg duur, dus besluiten we om er een dagje heen te gaan. We melden ons bij de haven, het is nog vroeg in de ochtend en we zijn de eersten die naar de overkant willen en pas als er een bootje (Jetty) vol is vertrekt die. Na een tijdje te hebben gewacht is er een bootje vol en varen we naar Palau Mamukan, een schitterend eilandje met prachtig witte strandjes, een Resort met restaurant en een koraalrif nog geen 15 meter van het strand. Het is prachtig weer en nadat we het eiland zijn over gewandeld leggen we onze handdoeken op het strand. Gewapend met duikbril en snorkel het heldere en warme water in. Wat een feest, zoveel verschillende prachtige vissen en mooi koraal. Als we wat brood in het water gooien zwemmen ze zowat je duikbril in en af en toe hapt er iets aan je been of arm. Geweldig!!! Even op het strand gelegen en dan weer het water in, we krijgen er geen genoeg van. Na verloop van tijd moeten we terug naar de boot en tot onze verbazing vaart die net weg als wij de steiger op lopen, we fluiten en zwaaien en gelukkig komt ie terug. Als we terug zijn in ons hotel zien we wat de zon heeft gedaan, we zijn zo rood als kreeften, stom, maar tijdens het snorkelen komt je rug meestal boven water, oeps foutje.... We zijn nog niet van de spierpijn af en het volgende ongemak heeft zich aangediend.
De volgende dag zijn we naar het Rafflesia Reserve bij Tambunan gegaan, daar kun je de grootste bloem zien bloeien, dachten wij. We stappen in een auto die er anderhalf uur over doet om er te komen. Een prachtig informatiecentrum met mooie foto's, een mannetje achter de balie die onze gids wil zijn naar de bloemen. Maar hier groeit alleen de kleinere variant, toch maar met hem mee. Drie kwartier door het oerwoud modderen, weer steil naar beneden en daar zien we hem/haar op de grond staan, zo'n 40cm doorsnee en het is de enige die bloeit..... Het is een parasiet die op de wortel van planten groeit, er 9 maanden over doet om van een knop een bloem te worden en dan bloeit het 5-7 dagen. Kortom, 3 uur in de auto en bijna 2 uur ploeteren om 1 bloem te zien, maar goed we waren er nu toch, hoewel Kinabalu nog erg in de benen zit. Bij terugkomst in KK is het groot feest, het is Chinees Nieuwjaar en dat wordt ongeveer een week lang gevierd. Vandaag zijn er drakendansen op het sportveld. Er wordt op grote trommels geslagen en er dansen groepen mensen met lange draken een fantastisch schouwspel, een echt feest. Overal in de stad hangen lampions en staan podiums, alle gevels worden geschilderd, opgepoetst en schoongemaakt en iedereen loopt in z'n mooiste kleren. Toch gaan we morgen weer verder. We nemen de bus naar Lawas, dat ligt tegen Brunei aan, van daar gaat een boot naar Brunei en daar willen we onze ticket proberen te wijzigen voordat we Sarawak in gaan, want het is erg onlogisch om naar Kutching te gaan en dan weer terug naar Brunei. De reis naar Miri is nogal gecompliceerd en we zien wel hoever we komen.
Nou heb je van die dagen dat alles lukt en dit was er één van, een tweede keer gaat dit niet lukken. Van Lawas gaat er 1 boot naar Brunei, om half 8, 7 uur vullen we de grenspapieren in en vertrekken op tijd, 2 uur later in Brunei, grens formaliteiten afwikkelen en de bus staat al klaar, bij het busstation het kantoor van Singapore Airlines gevonden en ticket veranderd, komen mannetje Danny tegen, de super gids in Brunei, die zet ons op de bus die ons naar Seri zal brengen en die binnen 5 minuten vertrekt, 12.45 in Seri, kaartjes gekocht tot Miri, de bus staat klaar..., 13.15 Kuala Belait, bus wissel, met deze bus rijden we tot de Sungai-Belait Rivier, uitstappen en met een bootje naar de overkant. De buschauffeur gaat mee en we stappen aan de overkant in een klaarstaande bus. Rijden tot de grens, uitklaren, overstappen in weer een andere bus, inklaren in Sarawak en om 15.00 uur, zonder een minuut vertraging komen we in Miri aan. Probeer dat maar eens in Europa.
Gaat echt niet lukken!
Ook hier in Miri is het feest en vandaag zijn we naar Crocodillo Farm geweest en daar hebben ze een berg krokodillen zeg, leuk om te zien, tot we horen dat het eigenlijk een fokkerij is, vleesvoorziening voor restaurants.......


· Niah Caves tot Pulau Tioman
Tot op heden hebben we ons niet te goed gedaan aan de krokodillen, dit tot geruststelling van een aantal mensen. Wel lekker gegeten over het algemeen, op 1 keer na dan. We eten meestal in restaurantjes die er als volgt uitzien. Een terras met daar omheen een aantal kleine ondernemers die ieder met een klein keukentje en een soort vitrinekast, de door hun gemaakte etenswaar aan de man brengen. Het bedienend personeel neemt de bestelling op en wij maken onze keuze uit wat we denken dat lekker is. Als je bijvoorbeeld nassi goreng met saté besteld en wat te drinken, komt dit uit 3 verschillende kraampjes, afrekenen doe je bij de bediening en die zorgt er voor dat iedereen zijn deel van het geld krijgt. Prima geregeld dus, maar we zijn een keer in de fout gegaan, in zo'n vitrine stond een bak met vlees in een saus en dat zag er lekker uit, het was kip. Toen we het echter op ons bord hadden bleek dat het kippenpoten waren, maar dan het onderste deel van de pootjes, inclusief nagels en veren....... deze hebben wij even voorbij laten gaan.
Maar goed nu verder met onze reis, de bestemming is Butah Niah, daar zijn grotten die we willen bezoeken, we nemen een bus en worden op een kruising afgezet, daar vandaan was geen openbaarvervoer meer mogelijk, maar door een mannetje met auto werden we netjes naar Buta Niah gebracht, meteen een goed hotel gevonden en ontdekt dat daar geen internet mogelijk was. De grotten lagen 4 kilometer verder, maar er is wel een pad langs de rivier en we besluiten om dat te wandelen om even polshoogte te nemen bij het nationale park. Goede keus, een prachtige wandeling langs verschillende long-houses en mooie natuur. Ik maak foto's van een familie bij zo'n huis en na een uur hebben we het park bereikt. Eten daar wat en wandelen weer terug, als we bij de familie (die we op de foto hebben gezet), langs lopen, worden we uitgenodigd om binnen te komen. We twijfelen, maar ze dringen aan en we trekken onze schoenen uit en gaan in de hut op de grond zitten. We krijgen een drankje aangeboden en de man des huizes spreekt wat Engels en verteld dat dit een Iban Familie is, hij verdient de kost met het oogsten van vogelnestjes in de Niah grotten. We krijgen een demonstratie van het gereedschap dat hij daar voor gebruikt. Zij wonen tijdelijk in dit huis, omdat twee van de drie kinderen naar school gaan, maar normaal leven ze in het regenwoud. De gastvrijheid maakt ons verlegen, we mogen blijven eten en slapen als we dat willen. We nemen foto's van ze en ze vinden het prachtig om zichzelf op de camera terug te zien. We nemen afscheid van ze en beloven morgen foto's langs te brengen.
Met een beetje moeite lukt dat afdrukken van de foto's en kunnen we onze belofte waar maken, weer lopen we langs de rivier naar het park en laten ons overvaren naar het park. Lopen over plankieren door het oerwoud en weer zijn we alleen. We zien prachtige vlinders, vogels en insecten. Die plankieren zijn nodig, want het is een erg nat gebied. Plotseling een hoog lawaai in het water en we zien een arm-dikke slang worstelen met zijn lunch en dat op zo'n 3 meter bij ons vandaan... Wij waren blij met de plankieren! Na een flinke wandeling komen we bij de grotten, gewapend met onze koplampen gaan we naar binnen. Bizar mooi, alleen al omdat we daar zomaar met z'n tweedjes naar binnen konden gaan. Het eerste deel was niet helemaal donker door openingen aan de zijkant en die lichtinval maakt het heel bijzonder. De volgende grot was voor een gedeelte afgesloten vanwege opgravingen en de laatste grot was aarde donker. Overal hingen bamboe stokken naar beneden en hoog boven ons zagen we de lampen van de mannen die bezig waren met het oogsten van vogelnestjes, een levensgevaarlijk klusje. Het was door de geluiden van vleermuizen en zwaluwen en het aarde donker een spookachtig geheel. We lopen naar de ingang van de eerste grot om het uitvliegen van de vleermuizen te zien en daar zit een man een sigaretje te roken,we raken met hem aan de praat. Hij gaat ook vogelnestjes oogsten en lost de dagploeg af. Met de vleesmuizen hebben we geen geluk, die hebben besloten om lekker binnen te blijven of later pas uit te vliegen, wij moeten terug want we hebben de laatste boot naar de overkant te halen.
Na Niah gaan we via Sibu, waar we de boot pakken, naar Kuching. Zondag komen we aan en dat is DE DAG van het Chinees Nieuwjaar en wordt met veel vuurwerk gevierd, verder is in de stad zelf weinig te beleven, alles is gesloten en iedereen loopt in z'n mooiste kleren over de boulevard langs de rivier, wel gezellig op de terrasjes! We bezoeken het openlucht museum, waar de verschillende long houses van de stammen zijn nagebouwd. De mensen laten allerlei handvaardigheden zien en dragen originele kleding. Was leuk en leerzaam om te zien. Maar doordat zondag de feestdag was werd ook maandag een vrije dag en wij zijn toen maar naar het vliegveld gegaan om naar Singapore te vliegen, want we willen naar Palau Tioman voordat we naar huis gaan, daar zijn mooie stranden en een beetje luieren, zonnen en snorkelen is ook wel erg lekker. Binnen anderhalf uur vliegen we en met de bus komen we al snel op onze bestemming voor die dag, n.l. Johor Bahru. We blijven daar een nachtje en vervolgen de volgende dag de reis naar Merssing, waar we de boot nemen naar dit heerlijke eiland. Nou en daar zitten we dus nu. Heerlijke baai met leuke terrasjes en een huisje met uitzicht op een prachtig strand. Wie doet ons wat?


· Pulau Tioman verlaten
Inmiddels hebben we Tioman verlaten en vraag niet hoe. De bedoeling was om dat op zondag te doen, maar doordat er veel wind stond en we daardoor niet naar andere eilandjes konden varen, hebben we besloten om zaterdag de rugzakken maar in te pakken. Nou is het daar heel moeilijk om de juiste informatie te krijgen en wat de boot betreft liep die dan ook aardig uiteen. De vertrektijd varieerde van 12 uur tot half 2, dus lekker op het terras bij de steiger gaan zitten en afwachten maar. 12 uur ging voorbij en zo ook 1 uur, maar geen nood we hadden geen haast en inmiddels weer lekker gegeten. Wel was de zee erg ruw en het werd duidelijk dat er die dag maar 1 ferry zou varen. Om half 2 kwam de boot aan, een tamelijk nieuwe en dat is waarschijnlijk ons geluk geweest. De boot was in verhouding smal en hoog. De zee ging zo tekeer dat de kapitein hem niet aan de pier kon krijgen, voor de show werd er wel een touw aan de voorkant uitgegooid, maar dat haalde niks uit. Op goed geluk hebben we onze rugzakken naar de twee bemanningsleden gegooid en op een gunstig moment zijn we daar achteraan gesprongen. We werden, net als alle andere passagiers netjes opgevangen en naar binnen gegooid. Zo aan boord waren we en na een paar stops op andere plaatsen op het eiland, kozen we het ruime sop. Wim en ik zaten net met elkaar de mogelijkheid te bespreken dat er op het bovendek ook mensen zouden zitten, maar dat leek heel onwaarschijnlijk. We hadden het nog niet gezegd of er werd bewezen dat we ongelijk hadden. De maaginhoud van een medepassagier droop langs ons raampje.......Ons uitzicht was dus bedorven. De uitgedeelde plasticzakjes werden trouwens met grote regelmaat gevuld. Wij hebben het er wat dat betreft goed afgebracht, hoewel het af en toe best spannend was en we denken dat de kapitein een aantal keren met het zweet in de handen heeft gezeten. Want we maakten regelmatig behoorlijke slagzij. Normaal doet de boot er een uur over en nu duurde deze overtocht bijna twee en een half uur. Maar we hebben het er heelhuids afgebracht.
Na een nachtje Merssing zijn we door gereden naar het noorden en wel naar Cherating en daar bevalt het ons prima, een lief huisje weer met uitzicht op zee, een goed boek en lekker niks doen, dat gaan we tot zaterdag volhouden en dan rijden we naar Singapore, waar we 2 dagen blijven voordat we naar huis vliegen.


· Singapore
Met dit laatste bericht ga ik het verslag van deze mooie reis afsluiten.
Na en busrit van 7 uur komen we s'middags in Singapore aan en proberen met een taxi ons hotel (via internet gereserveerd) te bereiken. Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan, taxi's zat, maar er wil er niet één voor ons stoppen. Zo erg zien we er toch niet uit???? Na een aantal vruchteloze pogingen stopt er eindelijk één en kunnen we de rugzakken af doen. Het is zondag en ons hotel ligt in Little India. We gaan aan de wandel en het valt ons op dat er erg veel mannen de straten bevolken, geen vrouw te zien, alleen maar Indiërs. Bij een Moskee zitten er honderden bij elkaar op het grasveld. We voelen ons wat verloren in deze massa nors-kijkende donkere mannen en vragen ons af wat er aan de hand is of gaat gebeuren. Als we later gaan eten wordt ons verteld dat dit allemaal arbeiders uit India zijn die elke zondag naar de markt komen en vervolgens blijven hangen om een beetje bij te praten. Als we de volgende dag weer door dezelfde straten lopen is er van deze drukte inderdaad geen sprake, beter hoor! Singapore is een moderne stad met veel hoogbouw, maar ook met heel veel ruimte, het is er erg schoon en alles glimt. Zelfs China-town is schoon en dat hebben we nog nergens meegemaakt. Eigenlijk is dat wel jammer. Te clean. We hebben door de enorme shopping mall's gedwaald en de stad doorkruist met de metro, met z'n prachtige stations. De laatste dag van deze reis hebben we gebruikt om naar Sentosa Island te gaan. Met een lift aan de buitenkant van een heel hoog gebouw gaan we naar de 15e verdieping, niet te veel naar beneden kijken maar... Daarvandaan vertrekt de kabelbaan, prachtig uitzicht op de haven en de skyline van Singapore. We bezoeken Underwater world, mooi aquarium, waar een lange tunnel onderdoor loopt. Vervolgens naar de dolfijnen show, die erg knullig was. Als laatste gaan we naar de vlindertuin en dat was erg mooi, wat een prachtige exemplaren zeg. We vinden er twee die aan elkaar vast zitten, een verzorger vertelt ons dat er vlinders zijn die er een speciale Valentijnsdag van maken en het is heel bijzonder dat we dat te zien kregen, want normaal verstoppen ze zich. Als we na een tijdje door het insecten huis lopen, komen we deze man weer tegen en wel bij een glazen bak met zwarte schorpioenen. We raken weer met hem aan de praat en vertellen dat we in de jungle al een ontmoeting hebben gehad met zo'n engerd. Waarop hij ons alles over deze dieren begint te vertellen en dat was een boeiend verhaal, met als eind resultaat dat zowel Wim als ik met deze (giftige) zwarte schorpioenen op onze armen stonden. Wim krijgt ook nog een Lieve groene (ook giftige) slang in handen gedrukt. Deze man houdt van deze dieren en weet er erg veel van, voor ons een hele ervaring, we denken dat hij weet wat hij doet en genieten van het moment. Maar dat wil niet zeggen dat ik deze vriendjes de volgende keer uit een boom zal plukken.
Terug gekomen in de stad halen we onze rugzakken op in het hotel en nemen de metro naar Changi-Airport en om kwart voor twaalf gaan we de lucht in. Woensdag 15 februari om half 7 s'morgens zetten we weer voet op Nederlandse bodem. We kunnen terug kijken op een fantastische reis en zijn een beetje verliefd geworden op Sabah....


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Maleisië, Kuala Lumpur

reisverslagen v.a. 2001

Recente Reisverslagen:

27 December 2010

alle reisverslagen v.a. 2001

27 December 2010

Borneo 2006

27 December 2010

Mexico, Guathemala, Belize 2004 / 05

27 December 2010

Nepal 2001

27 December 2010

Zuid India 2007
Wim en Jenny

Wij zijn Wim en Jenny Pels. In 2001 maakten we onze eerste verre reis naar Nepal, een onvergetelijke ervaring! Sindsdien beginnen we ieder nieuw jaar met een verre reis. Zoeken op internet een ticket, kopen een Lonely Planet van ons reisdoel en gebruikmakend van het openbaarvervoer ter plekke, reizen we met onze rugzak door het gekozen land. Een mooie manier van reizen, die onze "reisrugzak" inmiddels heeft gevuld met mooie ervaringen.

Actief sinds 08 Dec. 2009
Verslag gelezen: 609
Totaal aantal bezoekers 250722

Voorgaande reizen:

20 Januari 2020 - 03 Maart 2020

2020 Laos en Cambodja

25 Januari 2018 - 05 Maart 2018

2018 Cuba

07 December 2016 - 07 December 2016

2017 Colombia

02 Februari 2016 - 17 Maart 2016

Myanmar en Thailand 2016

30 December 2014 - 12 Februari 2015

Laos en Thailand 2015

05 Januari 2014 - 14 Februari 2014

Panama, Costa Rica en Nicaragua 2014

10 Maart 2013 - 19 April 2013

Vietnam 2013

09 Maart 2012 - 07 April 2012

Nepal 11 jaar later.....

10 Januari 2011 - 22 Februari 2011

Java en Sulawesi

17 Maart 2001 - 15 Mei 2010

reisverslagen v.a. 2001

29 Maart 2010 - 12 Mei 2010

Bali en de Sunda eilanden

Landen bezocht: