Nepal 2001 - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Wim en Jenny Pels - WaarBenJij.nu Nepal 2001 - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Wim en Jenny Pels - WaarBenJij.nu

Nepal 2001

Door: Jenny

Blijf op de hoogte en volg Wim en Jenny

27 December 2010 | Nepal, Kathmandu

Bekijk de foto's van deze reis op;

www.pels.nu


Maandag 19 maart 2001, beginnen we aan onze eerste verre reis met de rugzak.

We vliegen naar Kathmandu,
lopen de Helambu Trek van Sondaryal naar Dunche .
Gaan van Dunche terug naar Kathmandu
Van Kathmandu naar Pokhara
Lopen de Chorepani Trek
En van Pokhara weer naar Kathmandu


We zijn op tijd vertrokken en zitten riant, want de plaats naast ons blijft leeg. Door de mist kunnen we geen tussenlanding maken in Abu Dhabi en vliegen door naar Dubai.Om half 4 worden we met bussen naar het luchthavengebouw gereden.We wachten hier op het schoonmaken en bevoorraden van het toestel. Als de nieuwe bemanning er is vliegen we verder. Plaatselijke tijd is inmiddels half 8. Half 3 landen we in Kathmandu, snel zijn we door de douane en na enig wachten verschijnen onze rugzakken op de lopende band. We verzamelen ons bij José van Oad en in een optocht lopen we het luchthavengebouw uit en worden geconfronteerd met de hulpvaardige Nepalezen. We lopen naar een bestelauto, waar de bagage in gaat en wij stappen in een nette kleine bus. Deze brengt ons tot 10 min. loopafstand van ons hotel, “Tibet Guest House”. We stappen uit en volgen de gids door de hectische straten. In het hotel waar we met nog twee stel verblijven, worden we met thee ontvangen. Onze kamer 124 ligt op de 4e verdieping, boven ons nog 1 verdieping en een dakterras. De kamer is sober, maar met (koude) douche, wastafel en WC. We gaan aan de wandel. Wat een heksenketel zeg, alles toetert, ook naar ons, er wordt zover mogelijk, links gereden.

Het vervoer is te verdelen in;
Greenline bus:………..Toeristen bus
Bus.…………………...Vol, vies en langzaam
Taxi busjes……………rijden als er voldoende mensen inzitten
Taxi’s…………………ongeveer alles wat nog rijdt
Tuk Tuk’s……………..3-wielige brommertjes met dakje
Riksja’s………………..3-wielige fietsen met een achterbak
En verder rijden er veel brommers.

We laten het over ons heen komen en proberen niet te verdwalen. Het stikt hier van de kraampjes en winkeltjes. We zitten dan ook in de meest toeristische wijk “Thamel”. Er is van alles te koop en dat wil iedereen ook laten zien. We worden steeds staande gehouden door iemand die iets aan ons wil verkopen. Ze zijn volhardend, maar raken je niet aan en dat komt prettig over. We vinden een bank en een internet café. We gaan er binnen en in no-time vliegen onze mailtjes naar Nederland.We betalen 70 cent voor deze uitspatting!!! We eten bij ons hotel en om 9 uur liggen we moe en voldaan in ons bed.

Woensdag 21 – 3.

Als de wekker om 7.30 uur afgaat worden we uitgerust wakker. We ontbijten en lopen naar Kathmandu Guest House waar we José van Oad weer ontmoeten. Zij vertelt over de bijzonderheden en geeft wat praktische tips. Daarna komen de excursies aan de orde, waar we geen gebruik van maken, wel boeken we een hotel voor de laatste 2 nachten in Kathmandu, dit is inclusief de transfer naar de luchthaven.We gaan terug naar ons hotel en komen de jongen met de riksja tegen die we gisteren ook al hebben gesproken. Wij verkleden ons en hij blijft op ons wachten. Voor 50 rps. Brengt hij ons naar Durbar Square.Hij trapt zich het apezuur. Tot overmaat van ramp is de weg waar hij langs wil afgesloten en moeten we nog langer met samengeknepen billen in het bakkie heen en weer schommelen. Om dit te compenseren geeft Wim hem 70 rps,(fl 2,10).

Wat we zien is overweldigend, allemaal tempels, offerplaatsen en mensen die onze gids willen zijn of een andere aanbieding hebben. We beklimmen één van deze tempels, genieten van het uitzicht en raken aan de praat met een Nederlands stel, zij waren al voor de 3e keer in Nepal en hadden al verschillende trekkings gelopen. We krijgen nuttige informatie. Een Tibettaanse jongen die een hanger aan ons probeert te slijten zakt van 25$ tot 250 rps. (fl 7,50). We happen toe en betalen toch nog 50 rps.teveel, maar al doende leert men, toch???
We wandelen langs de markt en door Freakstreet. Kijken onze ogen uit en na een tijdje worden we door een soort blokkade van 2 bamboe stokken tot stilstand gedwongen, we stappen er overheen en vervolgen onze weg. Verder in de straat, bij een tempel, staat een enorme vierkante offertafel, die vol ligt met eten en bloemen, een kop van een buffel kijkt ons mistroostig aan. Het is duidelijk feest, alles is versierd en iedereen is mooi aangekleed.
We gaan terug naar onze kamer en ontdekken dat ons kompas weg is, keren alles ondersteboven, maar het is niet te vinden. Ook de 2 sleutelhangers met foto’s kunnen we niet vinden. We gaan nog even een routekaart van de Lantang Trek kopen, e-mailen, eten bij ons hotel en zoeken onze kamer op.


Donderdag 22-3

Suzan en Robert uit Maastricht vragen of wij samen met hun een auto met chauffeur willen huren voor een siteseeing. We vertrekken om half 11 en komen om 6 uur terug. We gaan eerst naar Patan, het regent en we schuilen in een tempeltje op Durbar Square,we dwalen door de straatjes en zijn getuige van de viering van een festival. Heel veel mensen staan geduldig te wachten tot ze hun offer kunnen brengen. Een heel kleurrijk schouwspel. De offermandjes worden in kraampjes rond de tempel verkocht. Na het kopen van tijgerbalsem (Wim kan het niet laten), stappen we weer in “onze auto”. Het verkeer is een verhaal apart, links rijden is één maar dit slaat alles. Maar onze chauffeur, Ganja, is een rustige jongen en we hebben vertrouwen in een goede afloop.We gaan nu naar Bhaktapur, een in 1944 door een aardbeving gedeeltelijk verwoeste stad die inmiddels bijna is gerestaureerd. Geweldig mooi. Suzan en Robert zijn net zo dwars als wij en op eigen houtje gaan we precies de tegenovergestelde kant op dan de bedoeling is. We gaan zitten tegenover 4 oude mannetjes, die ons nieuwsgierig opnemen. We willen graag foto’s van ze nemen, maar weten niet of dat wel in goede aarde zal vallen. Wim gaat er op af met pepermuntjes, als wij ze zelf ook opeten, durven zij dat ook wel te proeven. We dwalen verder, vergapen ons aan het alledaagse leven en drinken in een klein tentje koffie. Die niet te drinken is vanwege de enorme hoeveelheid suiker. Moedig werken we er ons door heen en ook de stuif-cake weten we weg te werken. Het is zo’n aardig mannetje. Bovendien kunnen we hier naar de wc. Ook hier dwalen we over Durbar Square,waar de ongeruste Ganja ons komt zoeken. Na een lange tocht met de nodige “schrikjes” en langs heel veel armoedige taferelen, komen we bij Bothnath, een Bhoedistische Stupa.We ronden deze linksom langs de gebedsmolens en onderweg naar de auto kopen we in een onooglijk winkeltje koekjes, die we later uitdelen aan straatkindertjes.Weer in de auto, nu naar Pashupatinath. Dit is weer een tempelgebeuren, we zijn getuige van twee lijkverbrandingen en het offeren van een waterbuffel.Die geur zal ik niet gauw vergeten. We worden er niet echt vrolijk van, bovendien irriteert een zeer aanhoudend mannetje, die ons wil gidsen, ons en we gaan op huis aan. We mogen de WARME douche van Robert en Suzan gebruiken, heerlijk! We e-mailen nog even en eten met z’n vieren. Robert en Suzan gaan morgen de Lantang-trek doen, wij besluiten nog één nacht bij te boeken, maar dan wel kamer 128, met warme douche.


Vrijdag 23 maart


We wisselen van kamer en gaan de stad in opzoek naar een pinautomaat. Die we al snel vinden. Vandaag gaan we naar de Apen Tempel. We beklimmen de 320 treden, maar dat is ook zeker de moeite waard. Boven gekomen en nadat we van het uitzicht hebben genoten, stappen we een klein winkeltje in waar we een flesje cola drinken bij de moeder van een Tibetaanse monnik. Het goedlachse vrouwtje wil dolgraag engelse woordjes van ons leren. We krijgen van haar stukjes van een soort brood of zo aangeboden en voor de 2 flesjes betalen we 30 Rps. We lopen weer de stad in en kopen wat spulletjes, ook ruilen we de Coloman brander in voor een gasbrander. Dat ding geeft veel problemen bij het aansteken en het krijgen van (schone) benzine is hier ook een probleem. We eten (zoals steeds) weer heerlijk bij ons hotel, s’middags gebakken rijst met kip, ei en veel groenten erdoor, s’avonds momo’s, gebakken deegbuideltjes gevuld met groenten en vlees.We gaan naar de kamer en vinden het kompas en de foto’s weer.We sorteren onze bagage, waarvan we alleen het hoognodige meenemen en de rest in het hotel achter laten. Kortom, we bereiden ons voor op de trek die we morgen gaan beginnen.

Zaterdag 24 maart.

Onder nummer 192 laten we onze spullen in de storage room van het hotel achter en voor het hotel hebben we meteen een taxi, die ons naar Sondaryal zal brengen.We treffen een goede chauffeur, maar de rit van ruim een uur gaat over verschrikkelijk slechte wegen. Ondanks dat genieten we van de rit. Aan het einde hiervan stopt onze taxi op een terrein, waar wat busjes en vrachtwagens geparkeerd staan, einde van de weg, hiervandaan wordt er gelopen.Vol goede moed beginnen we aan onze tocht. Al snel hebben het juiste pad te pakken en beginnen aan een klauter partij van zo’n 10 uur, vooral over ongelijke trappen. Na een tijdje komen we bij de ingang van het natuurpark Helambu en alhoewel we al 1000 Rps. p.p. hebben betaald kopen we hier ook weer een kaartje voor 250 Rps. Op zich ging het goed, al was het wel een slijtageslag. Steeds dachten we dat we boven waren en dan bleek het weer niet zo te zijn.
Veelvuldig stoppen we dan ook even en het gasbrandertje bewijst goede diensten. We puffen wat af. Het is vooral frustrerend als je wordt ingehaald door een glimlachende Nepalees op teenslippers met een enorme vracht op z’n rug. We komen zelfs een hele familie tegen waarvan een man een oudere man in een soort mand op z’n rug droeg. En wij maar puffen…… Maar ja het was heet en we zijn deze dag zo’n 1200 meter gestegen. Na ongeveer 10 uur komen we om 6 uur aan bij het dorp Chisapani. Het laatste stuk was tamelijk vlak, maar de warme douche in onze kamer was erg welkom. We gaan naar beneden en in een soort huiskamer bestellen we een pot thee en wachten op de maaltijd die voor ons wordt klaar gemaakt. Ik werk het verslag bij, dat is hier mogelijk door de brandende gaslamp, op de kamer staat alleen een kaarsje. (Wim schrijft ook wat) Ik wil even vertellen dat we vandaag vanaf Sondaryal, wat op +/- 1240 mtr. ligt, zijn gestegen tot 2460 mtr., terwijl we twee passen zijn gepasseerd. Ook moet met nog even van het hart dat Jenny als een klimgeit (vergeef me dit woord) naar boven gaat en ergo eenmaal over de laatste pas, als ze het dorp in de diepte heeft gezien waar onze lodge is, is ze helemaal niet meer te houden. Lekker gedouched op zon-energie en heerlijk gegeten met een liter thee,op de tast naar onze kamer, kaarsje uit en slapen maar.

Zondag 25-3
Chisapani 2460 mtr. – Chipling 2170 mtr.

s’Morgens om 6.00 uur. Eerst genoten van de prachtige zonopkomst, tassen inpakken en naar beneden voor het ontbijt. Als de thee met melk wordt gebracht hebben we spijt dat we die besteld hebben, want die is wit en waterig en als nel drijft er een velletje op…. Wim gaat even buiten kijken en op slinkse wijze weet hij zich van de thee te ontdoen. Dan bestellen we een pot black-tea en dat gaat een stuk beter. Het ontbijt bestaat uit een chocolade pannenkoek, Nepalees brood met gebakken ei en een glas sap.We kunnen er voorlopig tegen. We gaan op pad en het is niet half zo zwaar als gisteren, een prachtige wandeling. We zien besneeuwde bergtoppen en een terrassenlandschap. Dan lijkt het even of we verkeerd zijn gelopen, want het pad wordt steeds smaller en gaat tussen huisjes door. Dan staan we plotseling oog in oog met de leraar die we al eerder aan het begin van deze trek hebben ontmoet. Hij herkent ons ook en wil ons graag zijn school laten zien. Binnen de kortste keren zijn we omringd door zo’n 60 kindjes. Ze moeten de klas in en zijn zo trots op ons bezoek. Ze willen allemaal op de foto. We hebben pennen meegenomen, maar dat zijn er niet genoeg. We geven ze aan de leraar en geven hem 200Rps., waar meteen potloden voor worden gekocht en aan de kinderen uitgedeeld. Een heel bijzondere ervaring, we lopen Bhayang uit met een vreemd gevoel, we hebben ontwikkelingswerk gedaan?! Namasté namasté. Lang worden we na gezwaaid. Na een tijdje zien we bij een huisje een bankje staan en besluiten even te gaan zitten. Prachtig uitzicht en zo stil. Dan een zacht geritsel, achter ons staat een vrouwtje met een mand vol theebladeren op haar rug. Voor we het weten staan er 5 mand-vrouwtjes, vriendelijk lachend naar ons te kijken. Doodstil. Ik vraag aan één van hen of ik een foto mag maken en ze gaat er goed voor staan. Wel wil ze er iets voor hebben en als ik zuurtjes uitdeel zijn ze helemaal blij. Dan heeft één van hen Wim in de smiezen die een Drummetje zit te roken. Als hij die aan het vrouwtje geeft, willen ze er alle 5 wel één. Einde van het liedje, Wim heeft er 5 gedraaid en zelf niet gerookt. We lopen langs een prachtige route, passeren kleine hutjes met rieten daken, op het land werkende mensen, waar steeds de groet namasté klinkt, kinderen komen ons begroeten met bloemetjes in hun vieze handjes, wat zijn ze mooi! Bij een lodge met kamer 101,102 en 103 drinken we cola en laten de beentjes rusten. Dan beginnen we aan een behoorlijke klim over een smal pad. Als beloning is daar onze eindbestemming voor vandaag, Chiling, een over verschillende heuvels verdeeld dorpje met hier en daar een huisje. We vinden een theehuis en ook hier ontmoeten we een leraar, in zijn middagpauze. Het krioelt er van de kinderen.We bestellen een ketel thee en een pakje kaascrackers. Als ik die uitdeel wordt iedereen actief. Heerlijk gezeten en we gaan weer verder, omhoog. Boven op de top gekomen vinden we een lodge. Er logeren 2 Duitse dames op de bovenverdieping. Voor ons wordt de woon-, slaapkamer met open keuken ontruimd. Er wordt een bed bijgezet en voor 20 Rps.(60 cent) mogen wij hier slapen. Het toilet? Buiten, doe het daar maar ongeveer. Voor ons vieren gaat er gekookt worden, op een soort stoofje met een houtvuurtje. Zes uur, de zon gaat rood onder, de kippen gaan onder de manden en het wordt snel aarde donker. We eten in de keuken en daarna gaan we naar bed. Het is koud buiten en het zweten van de afgelopen dag zijn we snel vergeten.

Maandag 26-3
Chipling – Kutumasang.

We hebben allebei niet lekker geslapen, waar dat door komt is niet duidelijk, misschien de aardedonkere kamer of de sterke rooklucht van de vuurplaats. (het lijkt de rookkast wel). Om 6.15 uur opgestaan, geen water te vinden, dus geen tanden poetsen. Als ontbijt black-tea, Nepalees brood met omelet. Wel een beetje vet zo op de nuchtere maag, maar we hebben de brandstof nodig. Om 8 uur beginnen we meteen met een flinke klim. Als we wat vlakker beginnen te lopen, horen we kinderstemmetjes achter ons. Twee jochies van een jaar of 5 komen hijgend achter ons aan, we hadden een folder van de Helambu trek achtergelaten (expres)!!!!! Dan smelt je terplekke, lief hè. We schaamden ons ook wel een beetje.Met wat kauwgom in hun knuistjes gaan ze blij naar hun dorp terug. Na een tijdje komen we een waterplaats tegen, we nemen één liter water in en het is tijd voor een koffie-, plas- en toiletpauze. We vinden een riant plekkie. Wim heeft hoge nood en schiet meteen de bosjes in. Tandjes poetsen, water zuiveren en dan een lekker bakkie. Het is de start van een fantastische wandeling. Overal zijn mensen bezig met het kappen van hout, dat zie je niet, maar dat hoor je. Af en toe komen we mandjes-mensen tegen. We lopen over een smalle richel met aan beide kanten een diep dal. In de verte vaag de besneeuwde toppen, jammer dat het niet helder is vandaag. Maar de zon schijnt en we zweten alweer aardig. Verschillende keren wachten we om een vrouw te laten passeren die één of twee karbauwen (een soort buffel) voor zich uit drijft, vaak met een kindje in een doek op de rug. Als ik een foto wil maken, maakt ze een afwerend gebaar, jammer. We weten dat we weer een col krijgen, dus in Bhrati, wat een heuse hoofdstraat heeft, drinken we thee, helaas met vééééél suiker, maar dat is goed voor de spieren. Lekker is anders. Meteen buiten het dorp, waar we weer heel hartelijk zijn begroet, komen we voor de keuze te staan, links of rechts. We kiezen voor rechts, waarom? De afdruk van voeten? Het wordt een hele klauterpartij, maar na een half uur zwoegen komen we langs een lodge waar een bordje “Kutumasang this way” staat. We zitten dus goed, klimmen maar weer! Het ritselt weer tussen de bomen en er komt een vrouwtje te voorschijn met een karbauw. Ze begroet ons en vraagt of we iets voor haar hebben, ik geef haar één van de snoepjes, die ik bij de “zoete thee” hebben gekocht. Ze is er blij mee. We klauteren over een rotsachtig pad omhoog en lachend haalt een vrouwtje op teenslippers ons in……Dan verdwijnt ze weer tussen de bomen. Wij halen de top en zien een lodge waar de nodige drukte heerst. Bij een waterbron staan een aantal mensen zichzelf en hun kleding te wassen. Het klimmen voor vandaag zit er op we stoppen in Kutumasang, we lopen het dorp in en het valt op dat er veel wordt gebouwd. Bijna aan het einde van de straat vinden we onze lodge. Het is nog maar 2 uur, maar we nemen het er lekker van. Deze lodge heeft een verwarmde kamer en een warme douche (op zonne-energie). Als we buiten in het zonnetje gaan zitten hebben we algauw contact met de kindertjes en vrouwtjes van de buurt. Na een glaasje bier nemen we een heerlijk warme douche. Lekker veel warm water, wat een luxe! In de dinner-room genieten we van de omgeving en nemen de dag van morgen alvast door, eten lekker en we hebben het dik naar ons zin.

Dinsdag 27 maart

Na een rusteloze nacht en onze tandenpoetsbeurt, bestijgt onze gastheer een paardje en gaat er als een echte cowboy vandoor. (in 2 uur naar Chisopani).Zijn vrouw maakt ontbijt voor ons klaar, wel wat vet, maar voedzaam. O ja, afrekenen gaat hier erg leuk. Alles wat je gebruikt schrijf je in een schriftje en bij vertrek tel je zelf op wat er betaald moet worden. We gaan weer aan de wandel, het landschap is erg mooi. We komen langs een soort controlepost waar we ons weer laten registreren. We lopen om het huisje heen en het pad gaat al meteen steil omhoog maar daar zijn we inmiddels al aardig aan gewend geraakt. Als we door een dorpje komen besluiten we een kop thee te drinken. Maar ook deze keer staat die weer stijf van de suiker. We kopen wat snoepjes om aan kinderen uit te delen en gaan weer op pad. We komen langs rodondendron bomen, jammer genoeg zijn we wat vroeg in de tijd, ze staan nog niet in bloei. Na een klauter partij komen we bij een zeer mooie lodge met een kampeerveld. Bij een watertappunt staan 7 Nepalezen de was te doen. Aan een tafel zitten 5 Amerikanen met hun gids te eten, hun “handtasjes” liggen in het gras. Wij bestellen black tea (zonder).Na een tijdje beginnen de Amerikanen te joelen, de eerste twee dragers zijn aangekomen en als beloning wordt hen een sinaasappel toegeworpen. Minderwaardig gewoon. Er worden tenten opgezet als de laatste dragers zijn aangekomen. En de Yanks maar joelen en jagen, ze kunnen niet wachten tot hun tentje staat. We laten het gepeupel voor wat het is en vervolgen onze weg. O ja, voor deze stop kwamen we een Engels gezin, 2 jongetjes met hun ouders, tegen. Die hadden ook een drager, maar met een bescheiden last. Iedereen droeg zijn eigen portie, zo kan het dus ook. Na weer een tijdje gelopen te hebben komen we bij weer een lodge, waar we Xavier en Cynthia ontmoeten. Een Frans stelletje van 21 en 25 jaar. Ze waren in oktober vertrokken en in juni gingen ze weer naar huis. Ze waren naar India geweest en nu Nepal dus. Zij willen in Mangagoth overnachten, wij ook. We nemen de route met ze door en gaan weer lopen, het wordt snel kouder en om een uur of 3 komen we aan op deze plaats. Het Franse stel zit daar al, gehuld in een soort omslagdoek, het is koud. Waar we nu zijn aangekomen, daar wil je gewoon niet wezen. Er lopen erg veel mannetjes rond, die te vies zijn om naar te kijken. Eén heeft een mismaakt gezicht door lepra. Een ander loopt rond met een groot mes in zijn broekriem gestoken. Onze kamer is een tochtig houten hok, behangen met kranten, want anders kijk je door de kieren bij de buren binnen. Er is ook een groep decadente Duitsers aangekomen. Ook zij hebben een hele kolonie dragers en gids meegebracht. Voor hen wordt gekookt en er wordt een toilettent, met waterbakje en handdoekje neergezet. Ze gedragen zich als Duitsers, zeer aanwezig. Het wordt nu wel erg koud en we mogen in een kamertje achter de keuken zitten. Onder onze tafel wordt een vuurkorf neer gezet. We hebben samen met onze Franse vriendjes een gezellige avond. Ze komen uit de buurt van Lourdes en laten ons van hun reisverhalen genieten. Na het eten loopt het kamertje aardig vol met locals die het net zo koud hebben als wij. We gaan naar bed en ondanks de Duitse buren slapen we toch nog wat.


Woensdag 28 maart

Als wij opstaan, zijn onze Franse vriendjes al weg, de Duitsers ook, de rust is wedergekeerd in de nederzetting. We zien de besneeuwde toppen om ons heen en ook de directe omgeving is wit. Geen wonder dat we het koud hadden. We eten wat en gaan op pad. Bij een controle post moeten we onze gegevens weer in een boek schrijven. Onze Franse vriendjes hebben een berichtje in dat boek achter gelaten, we zien ze weer in Therapati, onze volgende overnachtingsplaats. Volgens het boekje zijn zij hier om 6.30 uur gepasseerd, wij om 8.15 uur. Als we al een uur hebben geklommen, beginnen we te twijfelen aan de juistheid van de route. Toch besluiten we door te gaan, want we komen niemand tegen om de weg te vragen. Na een tijdje krijgen we toch weer vertrouwen in deze route. We drinken koffie en lopen door een spooky bos en door de wolken. Het is nog steeds koud. Om half 11 komen we de eerste tegenligger tegen, een vrouwtje met een drager, we zijn op de goede weg. Om half 1 zijn we in Therapati. Daar horen we dat het Franse stel er heeft ontbeten en heeft gekozen om af te slaan. Het werd hen te koud, ze waren er ook niet op gekleed. We eten een pannenkoek en omdat het hier koud en ongezellig is en bovendien nog erg vroeg besluiten we om verder te gaan naar Göpte. We gaan door de laag hangende wolken de stenige berg af. We kunnen het pad nauwelijks volgen. Slechts de kleur van de stenen verraden het pad. De route is moeilijk en soms niet zonder gevaar, we komen langs verschillende obstakels. Gladde, smalle, besneeuwde en beijzelde afdalingen. En geen mens te zien. Het sneeuwt en regent. We zijn nat en koud. Maar aan het einde van de tocht schijnt de zon nog even, we steken via een paar boomstammetjes een kloofje over en we bereiken heelhuids onze lodge. De “slaapkamer” stelt weer niet veel voor, maar in de keuken/winkel/woon/slaapkamer brand een heerlijke houtkachel, waar we met een mannetje of twaalf omheen zitten. Een groepje Amerikaanse jongens, een Israëlisch stel en een Duits meisje. Onze gast-familie zit in de keuken, waar heerlijk voor ons allemaal wordt gekookt.

Donderdag 29 maart

Als iedereen weer is vertrokken en wij de thee op hebben, gaan we na een goede nacht weer op pad. Het is dan half 9. Na een uurtje lopen maken we toilet en drinken koffie. De verschillende weersomstandigheden volgen elkaar op. We zijn in de zon gestart, maar tijdens de koffie-break komen de mistflarden opzetten.Volgens de lodge eigenaar gaat de route naar Phedi op en neer en zal zo’n 4 uur in beslag nemen. De ervaring heeft geleerd dat we daar een paar uur bij op moeten tellen. We gaan vol goede moed verder. Zo verrassend als het weer was ook het traject. Soms best wel eng omdat we flinke en steile afdalingen moesten trotseren. En of het niet erg genoeg was begon het te hagelen, regenen en uiteindelijk nog flink te sneeuwen ook ,wat het niet makkelijker maakte. We hebben dan ook zeer voorzichtig gedaan. Wat mij wel heeft geholpen was een wandelstok, die Wim voor me heeft afgesneden. Hiermee vond ik wat meer houvast in de sneeuwranden, want ik was wel bang om uit te glijden. Het was bij zo’n ijzige helling dat we werden ingehaald door een stel Belgen met 2 dragers en een gids. Zij werden zonder bepakking netjes naar beneden geloodst. Maar wij speelden het zelf klaar. Het begon steeds harder te sneeuwen, waardoor het nog moeilijker werd het pad te volgen. Maar wat steeds weer bleek, als het echt erg moeilijk wordt, is de oplossing in zicht. Theedrinken bij een hutje. Kort daarna komt onze lodge in zicht. Nog even over een wankel bruggetje van boomstammetjes en een laatste klauterpartij en we zijn er. Het is inmiddels 4 uur, de zon schijnt en we hebben het laatste stuk genoten van besneeuwde hellingen, enorme ijspegels en hoge watervallen. Het was zwaar, koud, nat en spannend maar het was de moeite waard! Bij de lodge ontmoeten we de Belgen weer met hun gevolg. Een gezellig stel. Aan hun gids vragen we of het mogelijk is om voor de tocht van morgen een drager te regelen, want dan gaan we naar Gosainkund, de Heilige Meren op 4610m. Met de ervaring van vandaag zie ik een beetje op tegen de laatste klim over de besneeuwde top, dus is een drager wel fijn. In de lodge is het gezellig en warm rond de kachel. Na het eten komen we overeen dat de zwaarste rugzak voor 600rps. door een drager over de top naar onze volgende lodge wordt gebracht.

Vrijdag 30 maart

6 uur staan we op, zoals gepland. Het is weer een koude nacht geweest en ik denk dat ik daar het meeste last van heb gehad. Wim z’n rugzak wordt stevig gepakt en Wim neemt de mijne voor zijn rekening. De 600rps,die we betalen voor dit klusje, is ongeveer 2 keer de normale prijs maar dat gunnen we ze wel. Twee jongens dragen onze rugzak om beurten. Gouden deal voor de jongens en voor ons een goed gevoel. Na het ontbijt gaan we op pad, het is dan 7 uur. An, Ives, hun gids Temba, drager Dili en nog een drager (met een heel moeilijke naam). De pas gaat er meteen stevig is en het wordt al snel duidelijk dat dit een tandje te hoog voor ons gaat.Tijdens de eerste stop geeft Wim het geld voor onze dragers aan Ives, met de vraag of hij de jongens aan het eind van de tocht eten wil geven en uitbetalen. Want wij willen ons niet aan hen aanpassen en daardoor te weinig tijd krijgen om te genieten. Het blijkt een goede keuze, vanaf onze lodge, die op 3720m. lag, moeten we omhoog naar 4640m. Die klim was mede door het gebrek aan zuurstof zwaar, maar erg mooi. We hebben er al met al 51/2 uur over gedaan. Het was prachtig weer, de lucht was zo ongewoon blauw. En dan zijn we boven, er staat een kleine Stupa met gekleurde vlaggetjes in de sneeuw. Het eerste Heilige Meer is daar boven. We staan stil, we vallen stil… we zijn daar helemaal alleen. 4640 meter hoog, we hebben het dan toch maar mooi gedaan!!!! Het uitzicht is adembenemend, besneeuwde toppen, sneeuwvelden, een bevroren meer en rondom een helder blauwe lucht. Dan kun je elkaar alleen maar even stevig vastpakken, zo ontroerend mooi! Langs een tamelijk smal pad in de sneeuw, waar we af en toe tot de knieën in weg zakken, gaan we verder. Het pad is tamelijk vlak en we gaan lekker. Vaak blijven we even staan, nog steeds alleen in dit prachtige landschap. We passeren een aantal bevroren Heilige meren en dan zien we aan de rand van het laatste meer een aantal lodges staan. De bovenste “Peacefull” is de onze. We lopen langs het meer en tot onze verbazing komen Dili en zijn vriendje ons tegemoed. Wim z’n rugzak wordt door Dili overgenomen en samen brengen ze ons naar onze kamer. Dili blijft maar voor ons zorgen, hij haalt dekens, brengt ons thee en als we op ons eten wachten blijft hij naast ons zitten en wil van alles over ons weten, kinderen, werk, ons thuis. Hij is erg lief, als we een kind zouden willen adopteren, dan werd het Dili. Na het eten vragen we warm water uit de ketel op de kachel om onze haren en sokken te wassen. Al is de lodge mooi en tamelijk nieuw, het tocht er weer aan alle kanten. Ik heb het koud en last van hoofdpijn, maar na een aspirientje zakt dat snel af. We scharen ons weer met de aanwezige gasten om de kachel, het is hard gaan waaien en sneeuwen, het lijkt wel Kerst. Wel knus hoor. We realiseren ons dat we erg hebben geboft met het weer tijdens onze tocht van vandaag. En Wim is zo blij met z’n echte handgebreide Nepalese sokken voor 200rps. Als we voor het eten onze plek bij de kachel verlaten en aan een tafel gaan zitten, sneeuwt het op ons bord. Na het eten nog even om de kachel en dan trotseren we de sneeuwstorm en gaan we naar bed.

Zaterdag 31 maart

De nacht was zéér koud, als we opstaan, zijn de gewassen sokken stijf bevroren, sneeuw op onze kussens en de tandpasta komt de tube niet meer uit….We pakken onze spullen in en gaan ontbijten. Als we terug gaan naar de kamer om onze tassen te halen, klopt Dili aan en vraagt of hij mijn rugzak mag dragen, die kan er bij hem nog wel bij, lief hè? Maar dat is mijn eer te na, ik draag met plezier mijn eigen rugzak weer. We nemen afscheid van de groep van An en Ivez en om +/- 9 uur gaan we lopen. Bijna alleen naar beneden, een prachtige ontspannen wandeling met uitzicht op het laatste Heilige meertje. Als we op de top komen bij de dakloze huisjes van Akra hebben we rondom uitzicht op prachtige besneeuwde bergkammen. We drinken koffie en op ons gemak dalen we (flink) af. Onderweg hebben we een goed gevoel als we de hijgende klimmers tegen komen. We hebben het best wel goed gedaan. In een lodge drinken we koffie en we eten om 12.30 in en volgende lodge. Als we onze rugzakken weer omhangen komen er 2 lachende jongens op ons af, onze dragers van de dag hiervoor. Ze waren op familiebezoek geweest en gingen nu weer naar huis. Wij vervolgen onze wandeling door een mooi dennenbos. Als we aan de andere kant van de berg komen zien we Sing Gomba liggen. Onze Dili komt ons tegemoet en vraagt hoe het met ons gaat en of hij onze rugzakken mag dragen. Maar daar bedanken we vriendelijk voor en dragen ook het laatste stuk, in gezelschap van deze lieve jongen, onze last. Als we bijna bij de lodge zijn komen twee mensen met uitgespreide armen op ons afhollen, Robert en Suzan, hoe bestaat het! We kunnen er niet over uit, we logeren in dezelfde lodge, waar Dili al een kamer voor ons heeft geregeld. We brengen onze rugzakken naar de kamer en gaan terug naar Robert en Suzan. Wat hebben we veel te bepraten. Zij hebben de Lantang gelopen, Suzan heeft erge last van hoogteziekte gehad, heeft zelfs beesten over de muur zien kruipen! Nu gaan zij de Helambu trek in tegengestelde richting lopen. We eten gezellig samen en gaan om 9 uur naar onze kamer, het is weer gaan sneeuwen, maar er is geen wind.

Zondag 1 april

We zijn al heel vroeg wakker, maar wel na een lekkere nacht. Omdat Robert en Suzan al om 6.30 uur willen gaan lopen, besluiten we om ook maar vroeg in te pakken en een kop thee met ze te drinken. Na het ontbijt nemen we afscheid. De omgeving van de lodge is net een Kerstkaart, prachtig, onder een dikke laag maagdelijke sneeuw. Als we gaan lopen is het inmiddels 9 uur. We dalen zo’n 1200 meter af door een mooi bos. De knieën voelen we best wel. Als we een tijdje hebben gelopen komt plotseling Dili achter een struik tevoorschijn. An en Ivez zien we een heel stuk beneden ons lopen. Dili wil kennelijk bij ons blijven en het kost behoorlijk wat overredingskracht om hem weer naar zijn eigen mensen te laten gaan. We sturen hem weg en stoppen voor een kop koffie. Regelmatig komen we Harold, een lange Duitser en zijn gids tegen. Uiteindelijk komen we uit bij de rivier en denkend dat we er bijna zijn nemen we een pauze. We worden verrast door een pittige stijging en lopen dan Dunche binnen. Het is een langgerekt dorp. De eerste indruk is een Western dorp. Wat een bende…. Maar wel heel bijzonder. Onze twee vrienden komen ons zoals gewoonlijk vrolijk tegemoet. Dili heeft weer een kamer voor ons geregeld en als wij twijfelen of dit wel het juiste hotel is, zien we de teleurstelling op Dili’s gezicht en besluiten om de kamer in Hotel Anapurna toch te nemen. En blij dat ie is! An en Yves vinden een jeep naar Kathmandu en vertrekken plotseling. Onder protest gaat Dili uiteindelijk mee en we nemen afscheid van dit mooie mannetje. Nogmaals; als we een kind hadden willen adopteren was hij het geworden. De bussen die van Dunche vertrekken naar Kathmandu zijn meer dan overvol en wij besluiten om morgen ook met een jeep te vertrekken, er staat er één die morgen om 9 uur vertrekt en voor 2000 rps. neemt hij ons mee. Voor hier veel geld, maar het is het ons wel waard. Als we s’avonds voor het eten binnen gaan zitten, waar het nogal vol is doordat er een grote groep uit Israël is binnen gekomen. Daardoor komt er een Australisch meisje bij ons aan tafel zitten. Met 3 vrienden heeft zij de Lantang gelopen, maar door rugproblemen is ze hier gestrand, terwijl de anderen de Gosainkunde nog zijn opgegaan. Een medisch student uit Duitsland, die hier in een ziekenhuis heeft gewerkt komt ook bij ons zitten, samen met zijn gids. Hij was voor zijn examen gezakt en kon daardoor 6 maanden niet verder met zijn studie. Zij gaan morgen over de top. Een gezellige avond met interessante mensen.

Maandag 2 april.

De lange Duitser en zijn gids hebben besloten om met ons de Jeep te delen. We ontbijten met de student, zijn gids en het Australische meisje en zoeken daarna de lange Duitser Harold en zijn gids op. We zitten op het terras voor hun hotel als er een klein kindje voor ons op straat wordt aangereden door een motor. Het kind wordt bewegingloos naar een hutje aan de overkant gedragen. We zijn er naar van. Het hele dorp loopt uit en indrukwekkend stil en gelaten staan de mensen af te wachten. Na een tijdje horen we het kindje huilen (een goed teken?) later zien we de moederhaar kindje naar huis dragen. Iedereen gaat weer weg. Dan verschijnt de jeep, precies om 9 uur. Het wordt een rit van 6 uur, waarvan het eerste deel over een zeer slechte weg. We worden verschillende malen gecontroleerd, zelfs onze bagage en passen. Wat opvalt is de kleine kinderen die stenen zitten te haken langs de weg. Zij vinden dit waarschijnlijk gewoon, maar wij vinden het zo zielig…… Ze lopen ook zware vrachten te dragen. Verder genieten we van deze prachtige rit. We stoppen een paar keer en als we dan de overvolle vieze en gammele bussen zien, prijzen wij ons gelukkig met onze luxe jeep. Aangekomen in Kathmandu laten we ons afzetten bij het Green-line station en kopen meteen kaartjes voor de bus van morgen. We lopen naar Tibet Guesthouse en ons kringetje is rond. We e-mailen, doen de was en genieten op ons balkon van de rest van een mooie dag.

Dinsdag 3 april

Als om half 6 de wekker gaat zijn we goed uitgeslapen. We pakken onze spullen en gaan voor het ontbijt naar beneden, leuk dat we worden herkend. We rekenen af en lopen in de vroege morgen naar het busstation. Onze bagage gaat in de (luxe) bus en om 8 uur vertrekken we over de Nepalese Highway naar Pokhara. Het is weer een lange rit (6 uur). We stoppen 3 keer en bij één daarvan krijgen we een ontbijt in een luxe resort, Het landschap verandert, het wordt dor. We rijden langs een rivier en langs rijstvelden. Ossen of buffels worden als trekdieren gebruikt. Bij de huisjes staan hooibergjes op poten, daar onder is het huisje van de koe, yak of geit. Lekker in de schaduw. Als we in Pokhara aankomen staan er een heel stel mannetjes op ons te wachten, ze willen ons in hun taxi hebben. Ik wacht bij de bagage en Wim regelt een taxi, die totaal gestript blijkt te zijn. Ons mannetje is niet de chauffeur maar hij wil ons naar Noble Inn brengen, zo werkt het dus. Maar als we aankomen blijkt het een prachtig hotel te zijn met een mooie tuin. De kamer heeft een balkon met uitzicht op de mooie bergen en een heerlijke badkamer en dat voor 10 $, we blijven! Als we de stad in lopen vinden we snel een internet-café en lezen de mail. De verbinding is langzaam en we betalen 5 x zoveel als in Kathmandu, maar het is leuk om de mail te lezen. We lopen door de lange straat lang het meer en ontdekken een terras aan het water en als we zitten zien we tot onze ontzetting dat het hier Amsterdam Bar heet, compleet met foto’s van de grachten en de Magere Brug aan de muur. Maar we zitten lekker, eten Nepalese pinda’s en drinken bier. Een Nederlands stel raad ons af om naar Chitwan te gaan, te toeristisch. We doen boodschappen in “de super” en eten in een cocktailbar. Dit is niet het Nepal dat wij zoeken. Morgen gaan we de Bazar in het oude centrum van de stad zoeken. Voor vandaag is het genoeg, lekker tussen de lakens en morgen zien we verder.

Woensdag 4 april

Na het ontbijt nemen we een taxi naar de Bazar, lopen wat rond en komen tot de conclusie dat we ons hier niet nog eens 4 dagen kunnen vermaken. We laten ons terug brengen naar Lake Side, kopen nog 2 fotorolletjes en gaan wat eten. Als we de kaart bekijken, dan zouden we het zo in kunnen plannen dat we op 8 april, de verjaardag van Maurice, in Gandruk zijn, waar er misschien een mogelijkheid is om te bellen. Het wordt dus de Chorepani Trek.We gaan terug naar het hotel en onderweg regelen we een taxi voor morgen, om 8.30 uur worden we opgepikt en naar Lumle gebracht. We sorteren weer de bagage en pakken in wat we nodig hebben en de rest laten we weer achter in het hotel.

Donderdag 5 april

Als we gaan ontbijten staat de taxi al te wachten en om 8 uur vertrekken we naar Lumle. Als we al een tijdje rijden vraagt de chauffeur of we wel een permit hebben. Niet dus, wij waren in de veronderstelling dat we die bij de ingang van het park konden kopen. Goede raad is duur en we keren om. Het kantoor gaat om 9 uur open, voor die tijd kunnen we pinnen en pasfoto’s laten maken. Om half 10 gaan we weer op pad en op advies van ons mannetje rijden we één, plaatsje verder, n.l. naar Nayapul. We stappen uit en dalen af, geweldig. Ezels lopen bepakt en bezakt af en aan. Eerst een black tea en dan lopen, het is erg warm en het valt niet mee. Maar dit is wat we willen. We stoppen een aantal keren om iets te drinken en genieten van de lelijke sloffende waterbuffels en de mooie watervallen. We volgen de rivier en om 16.45 uur lopen we Hile binnen, drinken een cola en besluiten hier de komende nacht te blijven. Er is ook een groep Japanners die wel contact willen, maar met de beste wil van de wereld niet te verstaan zijn. Hun gids en dragers zijn zoals gewoonlijk erg vriendelijk. Eerst worden we uit onze slaap gehouden door het volksdansen (of zo) van de Japanners, maar dan slapen we heerlijk.

Vrijdag 6 april

Hile 1475 mtr. – Ghorepani 2750 mtr.

We staan vroeg op, want het belooft een zware dag te worden. Na het ontbijt vertrekken we om 7.30 uur. Als we het volgende plaatsje door zijn, Tirkhedhungga, komen we onze eerste tegenstander tegen. 3280 stonesteps, er lijkt geen einde aan te komen en het is zwaar, want ook nu is het erg warm. In heel korte tijd zijn we al erg veel gestegen. We komen steeds dezelfde gezichten tegen en lijden doen we allemaal en dat verbroedert. Het volgende plaatsje is Ulleri. Daar lunchen we en ontmoeten 2 Nepalese predikanten die in Amsterdam zijn geweest. Inmiddels pakken de wolken zich samen en als we in Banthanti voorbij zijn begint het te onweren en te regenen. Dus regenjacks aan en regenhoezen over de rugzakken en verder maar weer. Het bos waar we door lopen is een beetje spookachtig door het weer. Het gaat ontzettend omhoog en al is het inmiddels droog, het is naargeestig. Even voor Nange Thanti eten we pannenkoek en door het stilzitten in onze natte kleding worden we door en door koud. Wim z’n handen zijn zó dood dat hij niet eens zijn rugzak dicht kan doen. We lopen ons warm en het blijft maar stijgen, slopend gewoon. Om 16.15 uur komen we aan in Ghorepani. Een prachtige lodge, met een verwarmde eetzaal waar het gezellig vol is. Warme chocolademelk brengt ons weer bij de mensen. De drie Amerikaanse meisjes en een Engelse familie zijn gezellige gesprekspartners. Na het eten gaan we om 8 uur naar bed, want de wekker staat op 4.30 uur…….

Zaterdag 7 april

Om 5 uur gaan we Poon Hill op, 3193 meter hoog, om de spectaculaire zonsopgang te zien. Het is een slopende tocht omhoog, maar als we eenmaal boven zijn en het eerste puntje van de besneeuwde bergen wordt beschenen door de zon, was ook deze klauterpartij weer dubbel en dwars de moeite waard. We genieten van dit sprookje. Om half 8 dalen we weer af naar de lodge, ontbijten en vertrekken naar Deuralli. Wéér klimmen, maar ook weer genieten van het prachtige uitzicht op besneeuwde bergen. Door de regen van gisteren is het nu helder en het uitzicht dus prachtig! We lopen heerlijk, want het gaat heel geleidelijk op en neer, zelfs meer neer dan op. Als we in Bathanti aankomen zien we de drie Amerikaantjes weer en het Engelse gezin. We eten hier en volgens de kaart moeten we nog anderhalf uur. Wat opvalt is dat hier in de plaatsjes veel toeristen zijn, veel meer dan tijdens de Helambu Trekking. Tussen Bathanti en Tadapani zit een enorm gat, dus eerst verschrikkelijk omlaag en dan weer ontzettend stijl omhoog. Maar om half 5 zijn we dan toch in Tadapani. Ook hier weer veel toeristen en zelfs souvenirkraampjes. We zitten lekker in de zon aan een biertje, het was weer een geweldige dag. We hebben ook nog een aap in het wild gezien van het merk Gray Langur.
Als de zon onder gaat en de maan verschijnt, wordt het snel kouder en gaan we naar binnen. Onder de tafel staan 2 vuurkorven, heerlijk warm. Zo eten we met z’n allen. Om 8 uur is het bedtijd. Buiten een hoop lawaai, een zang- en dansgroep treed op. Wij zijn te moe….

Zondag 8 april
Maurice is jarig!

We proberen uit te slapen, dit lukt tot 6 uur…Het is mooi weer en we hoeven niet zo ver vandaag. Het pad gaat wat op en neer door een prachtig bos. Bij een waterval hebben we onze koffiestop. Een gouden plek, want als we lekker zitten trekt de één na de andere groep ons voorbij. We verbazen ons over de enorme vrachten die de porters lopen te sjouwen. En hoe de toeristen één voor één voor “onze waterval” op de foto moeten. Het is gewoon vermakelijk. We gaan weer verder en na wat geklauter komen we op een plek aan de rivier waar een groot aantal porters in groepjes een maaltijd klaarmaken en opeten. Respect voor deze mensen! Onze wandeling is erg mooi en even voor Ghandrun drinken we thee, als we deze plaats inlopen is het half 2, nog te vroeg om Maurice te bellen. Dus eerst de kamer ingericht en de was gedaan. Dan is het half 3, half 10 in Tilburg, dus het kan. De kosten voor het telefoongesprek is Fl. 6,50 per minuut, de lijn is erg slecht, maar we hebben Maurice toch kunnen feliciteren. Als we een biertje willen drinken, gaan we op een terrasje zitten vlak bij onze lodge en ontmoeten de gids van een ons bekend meisje. Samen met een Schots- en Frans koppel zitten we gezellig tot de groep naar een videovoorstelling gaat kijken over Nepal, wij mee. Het valt tegen, een promotiefilmpje. Tijdens de voorstelling begint het te onweren en door de regen rennen we naar ons hotel om de was te redden. Als we in de eetkamer zitten komt Kelsey ons opzoeken. Na het eten gaan we mee naar haar Lodge, die is gezelliger. Ripa, haar gids en nog een Nepaleesje houden ons gezelschap en we genieten van de bananen fritters, heerlijk. Weer een leuke avond. Ons hotel is geen succes, de afvoer stinkt en een blaffende hond houdt Wim wakker.

Maandag 9 april

Om half 8 lopen we al, met Kelsey hebben we afgesproken om aan het einde van deze trekking samen een taxi naar Nayapul te nemen. Het is warm, maar we gaan meestal bergaf, het loopt geweldig. Als we stoppen voor onze koffie break, wat zoals gewoonlijk veel bekijks geeft, komen er drie schoolmeisjes van een jaar of 6 bij ons staan. Ze vragen om een pen, ik heb er twee in mijn zak en er moet er één uit mijn rugzak komen. Ze vechten bijna om de twee eerste pennen, maar als ze er alle drie één hebben zijn ze helemaal blij. Aandoenlijk. Ze willen ons iets terug geven en dat wordt een walnoot die met vereende krachten aan gruzelementen wordt geslagen. De kruimels worden eerlijk onder ons tweetjes verdeeld. We gaan weer verder in gezelschap van de meisjes, die in een lagergelegen dorpje naar school gaan. Al met al een heerlijke tocht met veel ezels op ons pad en ook veel porters en gidsen met beginnende toeristen. Als we aankomen in Nayapul zitten Kelsey en Ripa op ons te wachten. Ripa regelt een taxi en komen om ongeveer 3 bij de Noble Inn aan, waar net een bus wordt uitgeladen. Er is nog één kamer vrij, maar dan wel zonder badkamer. Dus douchen we in de gemeenschappelijke badkamer (héérlijk) en gaan in de tuin zitten met ons welverdiende biertje. Kelsey komt ons weer opzoeken en we eten samen een lekker broodje en tot onze verbazing verschijnt het olijke hoofdje van Ripa bij ons hotel. Als we later een restaurant zoeken ziet Wim plotseling het hoofd van Susan! Robert en Susan zijn al een paar dagen in Pokhara en gaan ook woensdag met de bus terug naar Kathmandu. Dit is toch wel héél toevallig. We laten Robert en Susan in het restaurant achter en vinden zelf een leuk tentje met uitzicht op het meer. Er speelt een leuke band, wel een beetje onder invloed van geestverruimende middelen, maar dat is het grootste deel van de gasten ook…. Het eten is een drama, na 2 uur koud op tafel en niet te eten, maar we hebben wel vreselijk gelachen. Het is half 11 als we naar bed gaan, zo laat hebben we het nog niet gemaakt!

Dinsdag 10 april

Een warme dag die we als rustdag besteden. We doen wat inkopen, lezen de leuke e-mails en in het dorp komen we Robert en Susan weer tegen, Robert wordt onderhanden genomen door een kapper/masseur.We genieten van het zonnetje, hapje en drankje in de tuin van ons hotel. Dan verandert het weer, veel wind, onweer en regen. Onder het afdak doen we een paar spelletjes Yatsee en als het droog is zoeken we een terrasje op, samen met Robert en Susan drinken we iets, zij gaan weer verder en wij besluiten om hier te blijven om te eten en dat is een goede keuze. Voor de eerste keer eten we Europees, kipschnitzel, gebakken aardappeltjes en salade, opgevrolijkt met een Frans flesje rode wijn. Wat een luxe!

Woensdag 11 april

In het hotel hebben ze bustickets voor ons geregeld, Green-lines was vol dus gaan we met Sunny Tours. Om half 7 met een taxi naar het busstation. De tassen worden op het dak van de nette bus gebonden. Er wordt twee keer gestopt, waarvan één keer voor de Nepalese lunch Dhal Bat. We genieten van het landschap en de mensen waar we langs rijden. We zien een vrachtwagen wat vreemd achterover staan, als we hem passeren blijkt dat de volledige achteras er onder vandaan is en er netjes achter staat. Om half 2 zijn we in Kathmandu. De taxi’s staan al weer klaar en we zijn vastbesloten om naar Hotel Garuda te gaan, waar we de twee laatste nachten van onze reis hebben gereserveerd. Een mannetje wil ons naar Hotel Microne brengen, vlak bij Garuda. We gaan kijken en hebben geen spijt, voor 13$ hebben we een hele luxe kamer met alles erop en er aan. De wasservice haalt onze vuile was op en wij gaan Kathmandu in. Dit hotel ligt in een ander deel van Thamel. Ook wel weer leuk. Omdat we met Susan en Robert hebben afgesproken om samen te eten, zij zijn wel met Green-Lines gegaan, schuiven een briefje onder hun kamerdeur door met de mededeling dat we om half 7 bij hun hotel staan. We kopen een steen met fossiel en een Bhoeda. Dan is het tijd voor een terrasje. Eén hoog op een T-kruising hebben we een amusant uitzicht. Om half 7 naar onze afspraak. We krijgen informatie over Guatemala, waar onze vriendjes zijn geweest. Om half 10 (laat hè?) gaan we naar ons hotel.

Donderdag 12 april

Vandaag gaan we op souvenir jacht. We lopen eerst binnen in een winkeltje waar ze t-shirts borduren. Wonderlijk, op een oud naaimachinetje en dan zo’n mooi resultaat. We lopen naar Durban Square kopen er kleine Bhoeda’s en 2 hangers. Dan is het Lunch-time. We eten heerlijke broodjes in Freakstreet en gaan dan via een alternatieve route terug naar Thamel. Dit is vooral leuk omdat je daar helemaal geen toeristen tegen komt. We willen een paar geborduurde t-shirts kopen en gaan weer naar het winkeltje van vanmorgen en doen onze bestelling. Morgen kunnen we ze ophalen. Het winkeltje t.o. ons hotel heeft een leuke afbeelding met 3 Yaks, die bestel ik en na anderhalf uur is mijn t-shirt klaar. Op onze kamer ontstaat het plan om shirts met het logo van De Kroon, het Café waar ik werk, te laten maken. We vragen naar de prijs en laten een proef borduursel maken. Eén probleem, ze weten niet wat een kroon is. We zoeken er één op internet. Morgen kunnen we het resultaat zien. Eten doen we in een leuk restaurantje ergens in een steegje. Onder het genot van een cocktail en levende muziek genieten we van een heerlijke maaltijd.


Vrijdag 13 april

We wagen het er op, er staat een gammele taxi voor het hotel en we laten ons naar Patan brengen. We willen het museum bezoeken en kopen kaartjes aan een soort tafeltjes.Als we het museum in willen blijken we in de maling te zijn genomen, onze kaartjes zijn een soort entreebewijs voor het centrum van Patan. In afwachting van de opening van het museum gaan we de tuin in. De expositie over Bhoeda en Shiva is erg interessant. We dwalen nog wat door de stad, zien een koperslagerij, waar uit ronde platen waterkannen worden geklopt. We zoeken een tuk tuk op die ons naar huis kan brengen. Dit is een ervaring op zich. De wijk Thamel is afgesloten voor verkeer i.v.m. de viering van het Nepalese Nieuwjaar 2057/2058. We halen de T-shirts op maar die zijn nog niet klaar. We annuleren de bestelling en brengen die onder bij het winkeltje t.o.ons hotel. Weer het probleem “Kroon”, in een ander winkeltje vindt Wim een fles Carlsberg waar een mooie kroon op staat, fles gekocht en naar ons mannetje gebracht. We zwaaien Susan en Robert uit en zoeken een goed plaatsje in een restaurant met uitzicht op straat, want er gaat iets te gebeuren, alleen weten we niet wat. Jammer dat het regent, want het is gezellig op straat, overal kraampjes met eten en lekker geen verkeer. Tijdens ons eten trekken er veel groepen door de straat in mooie kleding en met veel muziek. Verder gebeurt er weinig en na het eten gaan we naar ons hotel terug. In het winkeltje zijn de vader en zoon druk met ons logo bezig, het wordt erg mooi.

Zaterdag 14 april

We besluiten nog eens naar Rashupinath te gaan. Vorige keer regende het heel erg en nu is het droog. We nemen een taxi en kijken er nog eens op ons gemak rond. Het blijft raar, maar nu zijn we voorbereid op de lijkverbranding en inmiddels zijn we er ook meer over aan de weet gekomen en dat scheelt. Blij dat we nog een keer terug zijn gegaan, de vorige keer zijn we er een beetje naar vandaan gekomen. We lopen tussen de vele tempels, aan Shiva gewijd, en zoeken onze weg door het dorp naar de doorgaande weg, stappen in een taxi busje en als we uitstappen is de zon verdwenen en het spettert weer. Lezen de mail van Maurice, lunchen en dan breekt het onweer los. Wij zitten droog en lezen wat in onze boeken.

Zondag 15 april

Na het ontbijt pakken we onze spullen in, we verhuizen naar Garuda Hotel, waar we kamer 107 hebben, op 1 hoog met een balkon aan de straatkant, helemaal goed. Het wordt een lui dagje, wat winkelen en genieten van de krioelende mensen onder ons balkon. Halen de Kroon shirts op en komen de riksja van 4 weken geleden tegen, we worden herkend en spreken af dat hij ons om 6 uur naar Tibet Guesthouse brengt, maar op de afgesproken tijd is hij niet te bekennen en we lopen naar het hotel, daar zit niemand te eten en we zoeken een ander restaurant op, goede keuze, boven met muziek en leuk uitzicht. Na het eten lopen we terug en nestelen ons op ons balkon. Als de winkeltjes dicht zijn vallen een paar zwerfkinderen mij op. Ze zoeken in de goot naar bruikbare dingen, zoals plastic flessen en blikjes. Alles verzamelen ze in een grote witte zak. Als ik dat zie smaakt mijn stukje chocolade ineens niet meer. Het laat me niet los. Recht tegenover onze kamer vinden ze een hoekje, leggen de witte zak neer die ze als bed gebruiken. Later kruipen ze er met z’n drieën in. Zo ongeveer alles wat we aan eetbare spullen hebben laat ik naar beneden vallen en het is duidelijk dat ze honger hebben. Bij de bakker beneden ons koop ik brood en breng dat naar ze toe. Als we naar bed gaan komt er een handje uit de zak dat naar ons zwaait……..

Maandag 16 april

We gaan naar Nagarkoth. Nagarkoth op zich valt een beetje tegen, veel nieuwe hotels en een klein oud dorpje. Door de wolken zijn de besneeuwde bergtoppen niet te zien, jammer dus. We besluiten om naar Bakthapur te lopen. We kunnen het pad niet vinden maar een paar jongetjes wijzen ons de plek waar het pad begint. Een mooi breed pad dat door de kleine dorpjes gaat. De zon is weer gaan schijnen en we hebben het helemaal naar ons zin. Als we anderhalf uur hebben gelopen vraagt de zoveelste Nepalees waar we naar toe gaan. En meteen maakt hij ons duidelijk dat we niet op het goede pad zijn, we moeten een klein stukje terug, de weg oversteken en dan het dennenbos in. Tegen vergoeding wil hij ons wel naar Bakthapur brengen, maar dat willen wij niet. Wim geeft hem 50 rps.voor de moeite en we nemen afscheid, ondanks zijn bewering dat het juiste pad moeilijk te vinden is, gaan we verder. Hij had gelijk, we raken het spoor bijster en als het dan ook nog in de verte begint te onweren, klimmen we naar de weg, daar stopt al snel een taxi die ons voor 150 rps. naar Bakthapur wil brengen, daar willen we de bus nemen. Maar als ons mannetje ons voor 300 rps. voor ons hotel af wil zetten, nemen we dat graag aan. Wim is niet lekker, heeft last van diarree en een maag die niet lekker voelt. Dus dit is wel goed zo. Ik haal wat bananen en droge koekjes voor Wim, voor mijzelf een broodje en nestel me op ons balkon met mijn boek. Tegen de avond kan Wim wel weer wat eten verdragen. Als s’avonds de winkels weer gaan sluiten loopt één mannetje met een witte zak voorbij. Als hij ons ziet gaat heel schuchter zijn handje omhoog. Winkels dicht, zak in het hoekje en twee oogjes die af en toe hoopvol omhoog kijken. Hij heeft ook vanavond mazzel, ik heb op hem gerekend.



Dinsdag 17 april

Eerst gaan we voor ons ontbijt een terras opzoeken, daarna de tassen inpakken en om 12 uur verlaten we onze kamer. We verblijven op het riante dakterras van ons hotel. We lezen, eten en kopen van onze laatste rps. nog een t-shirt. In afwachting van de persoon die ons om half 6 op komt halen en ons naar het vliegveld brengt.
Zo is er een einde gekomen aan een onvergetelijke reis.




Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nepal, Kathmandu

reisverslagen v.a. 2001

Recente Reisverslagen:

27 December 2010

alle reisverslagen v.a. 2001

27 December 2010

Borneo 2006

27 December 2010

Mexico, Guathemala, Belize 2004 / 05

27 December 2010

Nepal 2001

27 December 2010

Zuid India 2007
Wim en Jenny

Wij zijn Wim en Jenny Pels. In 2001 maakten we onze eerste verre reis naar Nepal, een onvergetelijke ervaring! Sindsdien beginnen we ieder nieuw jaar met een verre reis. Zoeken op internet een ticket, kopen een Lonely Planet van ons reisdoel en gebruikmakend van het openbaarvervoer ter plekke, reizen we met onze rugzak door het gekozen land. Een mooie manier van reizen, die onze "reisrugzak" inmiddels heeft gevuld met mooie ervaringen.

Actief sinds 08 Dec. 2009
Verslag gelezen: 700
Totaal aantal bezoekers 250718

Voorgaande reizen:

20 Januari 2020 - 03 Maart 2020

2020 Laos en Cambodja

25 Januari 2018 - 05 Maart 2018

2018 Cuba

07 December 2016 - 07 December 2016

2017 Colombia

02 Februari 2016 - 17 Maart 2016

Myanmar en Thailand 2016

30 December 2014 - 12 Februari 2015

Laos en Thailand 2015

05 Januari 2014 - 14 Februari 2014

Panama, Costa Rica en Nicaragua 2014

10 Maart 2013 - 19 April 2013

Vietnam 2013

09 Maart 2012 - 07 April 2012

Nepal 11 jaar later.....

10 Januari 2011 - 22 Februari 2011

Java en Sulawesi

17 Maart 2001 - 15 Mei 2010

reisverslagen v.a. 2001

29 Maart 2010 - 12 Mei 2010

Bali en de Sunda eilanden

Landen bezocht: